Het natuurverschijnsel La Niña houdt verband met de vele orkanen die boven de Atlantische Oceaan momenteel actief zijn. Dat zegt orkaandeskundige Rein Haarsma van het KNMI.
Bij een La Niña zijn de zeewatertemperaturen in een deel van de Stille Oceaan bij de evenaar lager dan gemiddeld. Dat heeft effect op de wind boven de Atlantische Oceaan. Op grote hoogte waait het minder hard, waardoor een tropische storm minder snel in de kiem wordt gesmoord.
“Je moet je voorstellen, je zit met je campingbrandertje ergens op de camping en het waait hard. Dan worden die vlammetjes uitgeblazen. Zoiets doen de winden op grote hoogte ook met tropische stormen”, verduidelijkt Haarsma. “Door La Niña worden die winden minder, waardoor orkanen zich beter kunnen ontwikkelen.”
Gemiddeld komen per seizoen twaalf tropische stormen voor boven de Atlantische Oceaan, waarvan gemiddeld acht orkanen. Dit jaar zijn al twintig tropische stormen geteld en op dit moment zijn er zelfs vijf tegelijk: Paulette, Rene, Sally, Teddy en Vicky. Dat is volgens Haarsma een gevolg van natuurlijke schommelingen. De klimaatmodellen laten niet per se een toename van het aantal stormen zien.
Foto: ANP / EPA / Dan Anderson