De zomer is een welkom moment voor mieren om jouw huis te bezetten. Overal kom je ze dan tegen: in de woonkamer, in de keuken en een hele brutale mier zelfs in het toilet. Allemaal leuk en aardig, maar we willen geen mierenkolonie in huis. Met deze tips kom jij gemakkelijk van de beestjes af.
Mieren
Mieren zijn in principe hele nuttige dieren (dat vergeten we nog wel eens). Ze ruimen schadelijke insecten en afval op in de tuin en vormen zelf ook weer een voedselbron voor andere dieren, zoals vogels of bepaalde spinnensoorten. Net als alle dieren hebben ze dus een plek in onze ecosfeer en de vraag is of je daaraan wil morrelen. Als er geen overlast is, kan je gewoon volstaan met af en toe een bezem door de tuin halen, want in de nazomer verdwijnen de beestjes vanzelf weer. De meeste mieren kiezen zo’n jaar of zes tot acht voor dezelfde locatie voor hun nest, dus de volgende zomer komen ze weer terug, maar als je er geen last van hebt: Leven en laten leven.
Overlast
Maar er zijn natuurlijk grenzen. Zo zorgen mieren (als ze met veel zijn) ook voor overlast. Ze kunnen je terras ontwrichten of met hele kolonnes over je aanrecht marcheren. En dat willen we dan weer liever niet. Hoe pak je ze aan op een veilige, beetje natuurvriendelijke manier? Wij hebben 5 tips:
1 Was de sporen weg
Mieren gaan er op uit om voedsel te verzamelen, zodat de kolonie gevoed kan worden. Ze laten bij deze speurtocht een geurig spoor achter, zodat ook andere mieren hun weg naar de voedingsbron kunnen vinden. Deze paden zijn zowel zichtbaar als onzichtbaar voor het menselijk oog, maar de mieren zelf vinden het met gemak. Het wegwassen van deze routes zal ze verwarren en het moeilijker maken om hun favoriete plekjes (terug) te vinden.
2. Houd de boel schoon
Als je mieren hebt, betekent dit overigens niet per definitie dat je slecht schoonmaakt. Ze kunnen ook op zoek zijn naar water. Zeker als het droog is buiten en er geen waterbron in de buurt is, gaan ze binnen op zoek. Ze vinden het in kamerplanten, putten, huisdierbakjes en kopjes met een restje drinken. Zorg ervoor dat je gemorste vloeistoffen meteen schoonmaakt, laat geen kruimels achter en maak tafel, kookplaat en aanrecht regelmatig schoon. Houd droge voeding, zoals suiker, hagelslag en granen, in een luchtdichte verpakking (ook handig tegen de muizen om ze in een afgesloten pot te bewaren). Vervang ook regelmatig de vuilniszak in de prullenbak en spoel de voedselverpakking af voor je het weggooit. Mieren houden trouwens niet van azijn, dus oppervlakten zoals het aanrecht regelmatig schoonmaken met een mengsel van gelijke delen water en azijn kan goed helpen.
3. Dicht kieren en naden
Naast schoonmaken en het wissen van het mierenspoor is het ook slim om het de mieren zo moeilijk mogelijk te maken om naar binnen te komen. Dicht dus de kieren en naden en zet bijvoorbeeld een fijnmazig insectengaas voor je ventilatieroosters. Als ze niet (of moeilijk) naar binnen kunnen, is de kans groot dat je ze ook niet naar buiten hoeft te vegen.
4. Minder tegels in de tuin
We hebben het hier al eerder genoemd: een groene tuin is veel minder werk dan een betegelde tuin. Zo hoef je niet jaarlijks een zaterdag op te offeren om van je groene aanslag af te komen, maar heb je ook minder last van mieren. Mieren nestelen zich namelijk bij voorkeur onder tegels. Niet alleen biedt dit een veilig dak boven hun hoofd, maar het is ook lekker warm in de zomer. Weinig tegels in de tuin betekent dus minder mieren.
5. Gebruik natuurlijke middelen tegen mieren
Zoals gezegd kan je het mierenspoor wissen door het schoon te maken: hier raken de beestjes letterlijk het spoor bijster. Een andere manier om de mieren in verwarring te brengen is door hun pad te doorkruisen met natuurlijke middelen. Denk daarbij aan het strooien van munt of vers tomatenblad, zwarte peper, hele kruidnagels, koffiedik, knoflookpoeder, uienpoeder, cayennepeper of komkommerschillen. Maar je kan ook sterk ruikende planten in je tuin zetten, zoals goudsbloem, lavendel, bieslook, marjoraan, salie en basilicum om de mieren in de war te schoppen. Hiermee kan je in ieder geval de pas naar binnen afsnijden.
Bron: HetkanWEL