Om 15:00 uur steeg de temperatuur in Deelen naar 20,0 graden en daarmee is het de eerste lokale warme dag van het jaar. Voor een warme dag moet het op één van de officiële meetpunten in het land 20 graden of meer worden. De laatste warme dag was op 26 oktober 2024 met in het midden en zuiden op veel plaatsen 20 graden en meer.
Uiteindelijk bleef het bij die ene twintiger in Deelen. In Lelystad en in Eindhoven werd het 19,9 graden en in Hoek van Holland en in Twente 19,7 graden. In De Bilt werd het maximaal 19,6 graden.
Gemiddeld, over de klimaatperiode 1995-2024, komt het op 4 april voor het eerst ergens in ons land tot een warme dag met een maximumtemperatuur van tenminste 20 graden. Niet alleen dit jaar, maar ook gemiddeld gezien komt de eerste lokale warme dag klimatologisch steeds vroeger voor.
In de klimaatperiode 1991-2020 was de eerste lokale twintiger op 6 april en in de periode 1981-2010 op 9 april. In de jaren tachtig en negentig steeg het kwik pas op 12 april voor het eerst naar 20 graden en meer.
Eerder vandaag werd ook al een datum-warmterecord genoteerd.
Vorig jaar direct zomers warm
In 2024 werd de eerste lokale en officiële warme dag op 6 april genoteerd. Het werd in De Bilt 24,1 graden en landelijk werd het zelfs 25,7 graden. Daarmee was het ook gelijk de eerste lokale zomerse dag met een maximumtemperatuur van 25 graden en meer.
Het jaar daarvoor, in 2023, was de eerste lokale warme dag aan de late kant. Pas op 21 april steeg het kwik regionaal tot boven 20 graden. In 2022 werd op 22 maart de eerste lokale warme dag genoteerd en in 2021 was dat op 29 maart het geval. Het jaar ervoor steeg het kwik op 5 april voor het eerst lokaal naar 20 graden en in 2019 was het al op 27 februari warm. In Arcen werd het op 27 februari 2019 maar liefst 20,5 graden en deze waarde geldt nog altijd als hoogste wintertemperatuur ooit gemeten in ons land.
Tussen 24 februari en 18 mei
De vroegste warme dag ooit viel op 24 februari. In 1990 werd het in het Zuid-Limburgse Oost-Maarland 20,4 graden. In het vlakbij gelegen Epen werd het 20,0 graden. In 1941 moest het langst worden gewacht op een temperatuur van tenminste 20 graden. Pas op 18 mei steeg het kwik lokaal naar 20 graden, maar in het noordwestelijk kustgebied duurde het in het verleden nog wel eens veel langer. In 1956 steeg het kwik daar pas op 1 juli naar 20 graden.
In het zuiden gemiddeld meer dan 100 warme dagen
Gemiddeld telt een jaar in het zuiden en oosten van het land meer dan 100 warme dagen. In Eindhoven stijgt het kwik, volgens de huidige normaal 1995-2024, op 111 en in Maastricht op 104 dagen naar 20 graden of meer. Twente noteert gemiddeld 101 en De Bilt 97 warme dagen. In het noorden heeft Eelde gemiddeld 88, Leeuwarden 70 en Den Helder 60 dagen waarop de temperatuur stijgt naar 20 graden en meer.
De meeste warme dagen werden in de zomer van 2018 genoteerd. In het Brabantse Gilze-Rijen werden 147 warme dagen genoteerd en in het Limburgse Arcen 146. Ook in Eindhoven, Maastricht, Twente, Hupsel, Ell en Volkel werden toen tenminste 140 warme dagen genoteerd. In De Bilt kwam het in 2018 tot 132 warme dagen.
Meer Eerste dagen-nieuws