Dat de banden binnen de Formule 1 een cruciale rol spelen is bekend, want voor elk weertype is een andere band nodig. De ene race wordt onder droge en zonnige omstandigheden verreden en de andere race met veel bewolking en regen. De officiële bandenleverancier is Pirelli en die bepaalt welke banden er gebruikt mogen worden. In dit artikel vertellen we je meer over de invloed van het weer op de Formule 1 en de bandenkeuze.
Er zijn per seizoen vijf soorten banden. Deze banden hebben allemaal een andere kleur, zodat de toeschouwers ook makkelijk kunnen zien op welke band er gereden wordt. Zo heb je witte, gele en rode banden. Deze banden zijn alle drie droogweerbanden en geven de hardheid van de band aan. Er zijn ook groene en blauwe banden voor als het regent.
Pirelli bepaalt voorafgaand aan het seizoen voor elke race welke banden gebruikt mogen worden. Zo worden dertien ‘droogweer’ banden meegenomen, waarvan twee harde, drie mediums en acht zachte banden. Er zijn ook vier intermediates en een set regenbanden beschikbaar voor als het regent of als de baan nat is.
Verschillende soorten banden
De witte band is de hardste band van allemaal. Deze banden hebben lang nodig om op temperatuur te komen en bieden ook minder grip en snelheid. Ze gaan wel veel langer mee en de coureur hoeft dus minder vaak een bandenwissel te doen omdat de band ook minder slijt.
De rode band is de zachtste band. Deze worden sneller warm, maar laten ook eerder blaren zien (blisteren). Daardoor zijn ze eerder versleten en is tijdens de race een bandenwissel noodzakelijk. Bij zonnig weer en hele hoge asfalttemperaturen zullen deze banden nog eerder slijten in vergelijking met bewolkte omstandigheden en lagere temperaturen. Een mediumband (gele band) zit er tussenin en is onder veel omstandigheden te gebruiken.
Niet elk raceweekend verloopt onder droge omstandigheden en daarvoor zijn er ook regenbanden voorhanden. De groene banden zijn de intermediates. Dit zijn veelzijdige regenbanden die het goed doen op een nat circuit, maar ook op een baan die nat is en tijdens de race opdroogt.
De echte regenbanden zijn de wets. Deze blauwe band is geschikt voor harde regen en voor circuits waar veel regen op de baan blijft staan. De keuze om regenbanden te gebruiken bij de kwalificatie of de race is vrij, maar bij trainingen moet de baan wel eerst officieel nat verklaard worden door de race-organisatie. De blauwe band wordt echt alleen ingezet als het regent.
Temperatuur van de banden
Bij hoge snelheden zorgt de wrijving tussen de band en het asfalt voor hoge temperaturen en de banden zijn zo ontworpen dat ze juist dan het best presteren. Daarom worden de banden ook tot vlak voor de start op temperatuur gebracht met een soort elektrische deken.
De temperatuur van de banden tijdens de race varieert afhankelijk van de bandensoort. De ideale temperatuur van de banden is 100 graden, bij een hogere temperatuur verlies je grip. De zachtere band (rode band) wordt warmer dan de hardere band (wit). Dit is ook de reden dat de coureurs in de opwarmronde soms slingerend over de baan rijden, zo krijgen de coureurs de banden op de juiste temperatuur.
Bandenstrategie
Dat de banden en het weer erg belangrijk zijn tijdens het raceweekend is wel duidelijk. Elk raceteam heeft zijn eigen strategie om voor een bepaalde band te kiezen, ook het moment van wisselen is bepalend voor winst of verlies. Tijdens de race moet minstens één keer van band worden gewisseld, maar meestal gebeurt het vaker.
Een bandenwissel wordt bepaald door het type band, de slijtage, de ondergrond, het aantal bochten op het circuit en de temperatuur. Ook kunnen veranderende weersomstandigheden, bijvoorbeeld een regenbui, zorgen dat er vaker gewisseld moet worden.
Het juiste moment kiezen voor een bandenwissel is heel belangrijk. Een bandenwissel kost sowieso tijd, dus doen de coureurs het zo min mogelijk. Maar te lang doorrijden op banden die versleten zijn of niet geschikt zijn voor een regenbui kost ook tijd en kan bovendien leiden tot klapbanden en slippartijen.