Het weerbeeld in de herfstmaanden september, oktober en november is wisselend. De herfstmaanden zijn de overgang van zomer naar winter en september is vaak nog aangenaam warm met veel zon. Geleidelijk wordt het kouder en in november kan het soms al winters zijn met vorst en ijs. In dit artikel lees je wat normaal herfstweer is en welke extremen er mogelijk zijn.
Gemiddeld komt de temperatuur in de herfst in De Bilt in het huidige klimaat uit op 10,9 graden. Overdag is het gemiddeld 14,7 graden en in de nacht 7,0 graden. Op veertien dagen stijgt het kwik naar 20 graden en meer en op twee dagen daarvan is het 25 graden en meer. Tropische dagen komen sporadisch voor met gemiddeld 0,2 dagen. Het aantal dagen met een minimumtemperatuur beneden het vriespunt is zes en op één daarvan daalt het kwik tot beneden de -5 graden (matige vorst). Het aantal ijsdagen met de gehele dag vorst is afgerond nul.
De allerhoogste temperatuur in die in ons land in de herfstmaanden is gemeten is 35,1 graden. Deze waarde werd op 15 september 2020 gemeten in het Brabantse Gilze-Rijen. In Woensdrecht werd het die dag 34,4 graden en in Maastricht 34,3 graden. In september 2023 werden zulke hoge waarden niet gemeten, maar kwam het wel tot een recordlange regionale septemberhittegolf van negen dagen in Eindhoven en een recordreeks van acht zomerse dagen in De Bilt.
Ruim 40 graden verschil tussen hoogste en laagste maximumtemperatuur
Het kan in de herfstmaanden natuurlijk ook al flink koud zijn. Op 28 november 1915 werd de laagste maximumtemperatuur in de herfstmaanden genoteerd. In Eelde werd het niet warmer dan -5,5 graden. Dat is ruim 40 graden verschil met het warmterecord van 35,1 graden van 15 september 2020. Op 29 november 1921 werd het in Vlissingen niet warmer dan -5,0 graden en op 21 november 1993 bleef het kwik in Nieuw-Beerta steken bij -4,9 graden.
De hoogste temperatuur in De Bilt in de herfstmaanden is 32,6 graden. Deze temperatuur werd op 5 september 1949 gemeten. Op 15 september 2020 werd het in De Bilt maximaal 31,4 graden en dat is goed voor een gedeeld tweede plaats sinds de metingen in 1901 begonnen. Het verschil met de allerlaagste temperatuur in De Bilt in de herfst is 36 graden. Op 29 november 1921 werd het op het hoofdstation niet warmer dan -3,6 graden.
De nachten zijn vanzelfsprekend nog kouder. Op de voor De Bilt recordkoude 29 november 1921 daalde de temperatuur in de nacht naar -15,0 graden. Op 30 november 1973 daalde de temperatuur in de Friese hoofdstad Leeuwarden naar -14,2 graden. In diezelfde nacht daalde de temperatuur in het Groningse Ten Post (gelegen tussen Groningen en Delfzijl) naar een recordlage waarde van -16,7 graden.
Helaas hebben wij niet genoeg rechten om jouw deze content te tonen.
Onze website maakt gebruik van cookies om jou de beste ervaring te geven. Wil je deze content van ons of van derden zien dan vragen wij jou om de instellingen aan te passen.Aantal warme, zomerse en tropische dagen
De herfst met de meeste warme dagen was 1959. In Eindhoven steeg de temperatuur op maar liefst 37 dagen naar 20 graden en meer. In 2005 hadden Ell en Eindhoven 34 warme dagen en in 2006 werden in het Limburgse Arcen 33 warme dagen genoteerd. Het jaar met de meeste zomerse dagen (maximumtemperatuur van 25 graden en meer) was 2018. In het Limburgse Ell steeg de temperatuur op dertien dagen naar zomerse waarden. Maastricht heeft het record van meeste tropische dagen in handen. In de herfst van 1926 steeg de temperatuur op vijf dagen naar 30 graden en meer.
Aantal vorst- en ijsdagen
De herfstmaanden vormen de overgang van zomer naar winter en het komt ook regelmatig tot vorst. De meeste vorstdagen, met een minimumtemperatuur beneden het vriespunt, werden in 1920 genoteerd in Eelde. Op 36 dagen daalde het kwik tot beneden nul. In 1919 werd op 33 dagen een minnetje voor de temperatuur gezien. Het record voor De Bilt staat op 31 dagen en dit was ook in 1920.
Ook overdag blijft het in de herfst weleens vriezen. De laatste keer was in 2010. Het jaar met de meeste ijsdagen (maximumtemperatuur het hele etmaal beneden het vriespunt) was 1919 en 1965. Op meetpunt Eelde werden in beide jaren acht ijsdagen genoteerd. In 1993 noteerden Twenthe en Hupsel zeven ijsdagen. Het record voor De Bilt is vijf ijsdagen en dat was ook in 1993 het geval.
348 uur zon en 247 millimeter neerslag
De zon schijnt gemiddeld over het land 348 uur. In het noordoosten schijnt de zon 327 uur en in het zuidwesten 375 uur. Wat neerslag betreft valt gemiddeld over het land ongeveer 247 millimeter. Veruit de minste neerslag valt in het zuidoosten met minder dan 200 millimeter. In Roermond valt 183 millimeter. In het westen en noordwesten en op de Waddeneilanden valt de meeste neerslag met 275 tot 293 millimeter. Dit komt doordat het zeewater in de herfst relatief warm is. Hierdoor ontstaan vooral langs de kust stevige buien die veel regenwater brengen.
Wat is er veranderd aan het klimaat in de herfst?
De herfst is duidelijk zonniger geworden. In de vorige klimaatperiode scheen de zon nog 320 uur en in de nieuwe normaal schijnt de zon 28 uur meer. Wat neerslag betreft zijn de veranderingen klein ten opzichte van de vorige normaal. In vergelijking met de klimaatperiode 1951-1980 is de herfst gemiddeld 31 millimeter natter geworden met in de nieuwe normaal (1991-2020) 247 millimeter.
De gemiddelde temperatuur is over de periode 1991-2020 met gemiddeld 0,3 graden gestegen t.o.v. de vorige periode en bedraagt nu 10,9 graden. In de nacht is het gemiddeld 7 graden en overdag 15. In vergelijking met de klimaatperiode 1951-1980 is de herfst 0,9 graden opgewarmd. Het aantal warme dagen is gestegen van elf naar veertien, het aantal zomerse dagen is verdubbeld van één naar twee. Het aantal vorstdagen is gedaald van acht naar zes.