Winter in Nederland. We denken dan natuurlijk aan sneeuwpret. Lekker sleeën, een sneeuwpop maken en sneeuwballen gooien. Ook denken we aan schaatsen op natuurijs, koek en zopie etc. en we vragen ons af of de winter nog wel zal komen als het weer eens dagenlang regent of hard waait. In dit artikel lees je wat normaal weer is in onze winters en welke extremen mogelijk zijn.
De gemiddelde wintertemperatuur in De Bilt is in ons huidige klimaat (1995-2024) 4,2 graden. Overdag is het gemiddeld 6,9 graden en in de nacht 1,3 graden. Het komt op 34 dagen tot vorst met een minimumtemperatuur onder nul. Daarmee vriest het meer niet dan wel, maar dat was altijd wel het geval. Toch is het aantal dagen met vorst sinds halverwege vorige eeuw afgenomen van 42 naar 34 dagen.
Van deze 34 dagen daalt de temperatuur gemiddeld op slechts acht dagen tot onder de -5 graden. Tijdens de normaalperiode 1981-2010 waren dit nog elf dagen en daarvoor waren het er nog dertien. Strenge vorst is al zeven winters niet voorgekomen, maar daarvoor kwam het van 2009 tot en met 2013 tot één of meerdere nachten tot strenge vorst met temperaturen beneden -10 graden. Gemiddeld komt strenge vorst nog éénmaal per winter voor.
IJsdagen (maxima onder nul) komen gemiddeld in De Bilt nog vijf keer voor. In de jaren tachtig bleef het kwik nog op elf dagen het hele etmaal onder nul. Het sneeuwt gemiddeld op 15 dagen, maar bedenk hierbij dat een dag met een paar vlokken sneeuw al telt als een sneeuwdag. Het aantal dagen dat het wit kleurt is veel beperkter. Veel vaker regent het in de winter en op het gros van de dagen houden we het niet droog. Toch zijn er gemiddeld 24 droge dagen in een winter te vinden. De meteorologische winter (december, januari en februari) telt meestal 90 dagen en in een schrikkeljaar 91 dagen.
Verschillen in het land
In De Bilt is het aantal vorstdagen afgenomen naar 34. In Eelde is het aantal dagen gedaald naar 38 en in Vlissingen naar 17. Het aantal dagen met matige vorst is in Eelde nu elf en in Vlissingen slechts twee. Dagen met strenge vorst komen in Eelde twee keer voor en in Vlissingen nagenoeg niet.
Zeer koud of zeer zacht
De laagste temperatuur die in ons land in de wintermaanden is gemeten was -27,4 graden. Deze waarde werd op 27 januari 1942 genoteerd in Winterswijk. Op deze zelfde dag werd in De Bilt de laagste winter- en januaritemperatuur genoteerd. Het werd -24,7 graden. De laagste temperatuur voor februari was in De Bilt -21,6 graden (16-2-1956) en de laagste decembertemperatuur werd op 31 december 1923 genoteerd met -16,9 graden.
De hoogste wintertemperatuur werd in 2019 bereikt. Op 27 februari werd het in Arcen maar liefst 20,5 graden. Op 24 februari 1990 noteerde Oost-Maarland 20,4 graden en op 26 februari 1900 werd het in Winterswijk 20,3 graden. De hoogste temperatuur in De Bilt werd ook in 2019 genoteerd. Op de 26e werd het 18,9 graden.
De hoogste decembertemperatuur was 15,9 graden en werd gemeten op 31 december 2022. Op 24 december 1977 werd het 15,3 graden en op 17 december 2015 werd deze waarde in De Bilt geëvenaard. Op 1 januari 2023 werd het 15,6 graden en dat was de hoogste januaritemperatuur. Alles over deze recordregen tijdens de jaarwisseling lees je hier.
222 uur zon en 229 mm neerslag
De zon schijnt gemiddeld over het land 222 uur. In het oosten schijnt de zon 200-210 uur, in de westelijke helft wordt 220-245 uur zon genoteerd.
Gemiddeld valt in de winter bijna net zoveel neerslag als dat de zon aan aantal uren schijnt. Er valt gemiddeld over het land 229 millimeter aan neerslag. In het zuidoosten valt duidelijk minder dan in een strook over het midden van het land. In Roermond valt 194 mm tegen 251 mm in De Bilt.
Wat is er veranderd aan het klimaat in de winter?
De winter is sterk opgewarmd. In de jaren tachtig was het klimaatgemiddelde nog 2,4 graden. Inmiddels is het klimaat opgewarmd naar 4,2 graden over de periode 1995-2024, een stijging van bijna twee graden. Het aantal vorstdagen is sterkafgenomen naar 34 en het aantal ijsdagen is met zes afgenomen naar nog maar vijf.
De zon is bijna 70 uur vaker gaan schijnen dan in de jaren tachtig en negentig. Ten opzichte van de vorige klimaatperiode valt 23 millimeter meer neerslag. Het verschil met de jaren tachtig is 44 mm.