Wind is verplaatsing van lucht. Uit welke richting de wind komt heeft invloed op het weerbeeld in Nederland. Zolang andere weerfenomenen geen invloed uitoefenen op het weer hebben noorden-, zuiden-, westen- of oostenwinden specifieke eigenschappen. Dit heeft te maken met de topografische ligging van Nederland. Ten noorden en westen van ons land ligt de zee en ten oosten en zuiden het vasteland.
Westenwind
Bij een westenwind komt de wind uit het westen. De lucht verplaatst zich vanaf de Noordzee over ons land. Boven de zee heeft de lucht veel vocht kunnen opnemen. In de herfst en winter is de lucht boven zee warmer dan boven land en in de lente en zomer is de lucht boven de zee kouder dan boven land. Westenwinden brengen in de lente of zomer frisse vochtige lucht en in de herfst of winter zachte vochtige lucht. Er is dus veel bewolking en de kans op buien is aanzienlijk. De temperatuur ligt bij westenwinden in de winter vaak hoger en in de zomer lager dan normaal. Zo vriest het in de winter niet of nauwelijks, terwijl de temperatuur in de zomer soms moeite heeft om de 20 graden te halen.
Oostenwind
Bij een oostenwind komt de lucht vanuit het Europese vasteland en bij gebrek aan veel water is de lucht vaak droog. In de winter is het daar een stuk kouder dan aan zee. Bij een oostenwind is het in Nederland meestal koud, droog en zonnig. De temperatuur ligt ’s nachts en soms ook overdag ruim onder het vriespunt. Bij veel wind spreken we over een schrale oostenwind en ligt de gevoelstemperatuur veel lager dan de luchttemperatuur.
In de zomer kan de temperatuur boven het Europese vasteland veel hoger liggen. Het land warmt door de zon veel sneller op dan het zeewater. Dankzij een oostenwind krijgen we dan in Nederland droog en vaak zonnig zomerweer met zomerse temperaturen, meestal tussen 25 en 30 graden.
Noordenwind
Bij een noordenwind komt de lucht over zee vanuit het koude noorden. In de winter is lucht vanaf zee relatief zachter dan boven land, maar omdat de lucht uit het noorden komt voert deze wind ook in de winter koudere lucht aan. De lucht is dus vaak vochtig en relatief koud. Zowel in de zomer als in de winter komt de temperatuur door een noordenwind lager dan normaal uit. In de koude vochtige lucht zijn er vaak opklaringen, maar ontstaan ook gemakkelijk buien. Bij een noordenwind is het in de winter koud en guur met kans op sneeuwbuien.
Zuidenwind
Een zuidenwind voert droge lucht vanuit het warmere zuiden. In de zomer is het zonnig en kan het bloedheet worden. De meeste hittegolven komen voor bij een zuidenwind waarbij de temperatuur gemakkelijk oploopt naar ruim 30 graden. Soms wordt het zelfs meer dan 35 graden!
Krijgt de wind echter een kleine west component, dan neemt de kans op stevige onweersbuien snel toe. In de winter wordt het met een zuidenwind relatief zacht, maar na een koude periode kan een koude plaklaag achterblijven. Zelfs bij een zuidenwind zal de lucht dan nog niet opwarmen, omdat de kou vaak is doorgedrongen tot diep in Frankrijk. Zeker als er in Frankrijk en België sneeuw ligt zal het niet sterk opwarmen bij een zuidenwind.
Zuidwestenwind
Zuidwestenwinden zijn warmer dan westenwinden en de lucht wordt aangevoerd vanaf zee. Door de hogere temperatuur kan de lucht meer waterdamp bevatten, waardoor buien vaak talrijker en steviger zijn. De weerspreuk: “zuidwest regennest” benadrukt het natte weertype bij een zuidwestenwind.
In de winter is het dan zacht en nat. Het vriest niet en overdag kan de temperatuur zelfs boven de 10 graden uitkomen. In de zomer is het relatief warm, vooral in de nachten. Overdag kan de temperatuur achterblijven door bewolking. Er ontstaan gemakkelijk regen- en onweersbuien die soms heel veel regen kunnen achterlaten.
Zuidoostenwind
Met een zuidoostenwind is de lucht relatief droog en is de kans op neerslag niet groot. In de zomer is het warm zonnig en droog. De temperatuur kan makkelijk boven 30 graden uitkomen. In de winter ligt het aan de temperatuur boven het Europese vasteland of het relatief warm, normaal of relatief koud wordt. Als de wind lang uit de zuidoosthoek waait zal de temperatuur geleidelijk lager uitkomen, zeker als er sneeuw ligt in Duitsland.
Noordwestenwind
Noordwestenwinden zijn meestal wat kouder dan westenwinden en kunnen tijdens koud winterweer sneeuwbuien meevoeren. In de zomer is het fris met buien en tussendoor zon. In het voorjaar kunnen uitgestrekte wolkenvelden vanaf de Noordzee ons land bereiken. Het kan dan dagen lang kil zijn.
Noordoostenwind
Een noordoostenwind voert meestal relatief koude, maar vaak behoorlijke droge, lucht aan. In de winter is het daardoor droog en guur. Het is niet altijd even zonnig omdat bewolking, die boven de Oostzee of in het noorden van Duitsland ontstaat, met deze wind het land kan binnendrijven. De meeste koudegolven komen voor bij een noordoostenwind. Als de wind weken lang uit het noordoosten waait, kan deze extreem koude lucht aanvoeren.
Dit gebeurde o.a. in de grote winters uit de jaren 40 en 80, maar ook in 1922, 1929, 1956, 1963, 1979, 1996 en 1997. Dit wordt transport kou genoemd en is voor Nederland een zeldzaamheid. De aangevoerde lucht kan dan zo koud zijn, dat het zelfs overdag meer dan 10 graden blijft vriezen! Als de wind wegvalt en de ijskoude atmosfeer komt tot rust, kan het ’s nachts kouder worden dan -20 graden.
Uit welke hoek de wind komende dagen waait lees je in het meest uitgebreide weerbericht van Nederland.