Lente 2007 (maart, april, mei): Extreem zacht, zeer zonnig en de normale hoeveelheid neerslag
Lente zachtste in tenminste 300 jaar Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 11,7 °C tegen een langjarig gemiddelde van 8,9 °C was de lente de zachtste sinds tenminste het begin van de regelmatige waarnemingen in 1706. Tot nu toe waren de lentes van 1811 en 1862 het zachtst met 10,7 °C. Het uitzonderlijk zachte weer houdt nu al vrijwel onafgebroken aan sinds september 2006; ook de afgelopen herfst en winter waren de zachtste in drie eeuwen.
Van de afzonderlijke maanden deze lente, was de gemiddelde temperatuur in april opvallend hoog. April eindigde met 13,1 °C tegen 8,3 °C normaal als veruit de zachtste in drie eeuwen. Maar ook maart was zeer zacht; met een gemiddelde temperatuur van 8,0 °C tegen 5,8 °C normaal was deze maand goed voor een gedeelde zesde plaats in de rij van zachtste maartmaanden sinds 1901. Ook mei was warm met een gemiddelde temperatuur van 14,1 °C tegen 12,7 °C normaal. In totaal werden in De Bilt deze lente 24 warme (maximumtemperatuur 20,0 °C of hoger) en acht zomerse dagen (maximumtemperatuur 25,0 °C of hoger) genoteerd tegen 11, respectievelijk drie normaal. Hiervan werden zeven zomerse en 14 warme dagen geregistreerd in april, beiden nieuwe records. De landelijk hoogste temperatuur deze lente, 29,7 °C werd op 15 april gemeten in het Zeeuwse Westdorpe. Op vier dagen kwam het in De Bilt tot vorst (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C), normaal is dat op 13 dagen het geval. De landelijk laagste temperatuur, -3,3 °C, werd gemeten in Volkel op 20 maart.
Met gemiddeld over het land 173 mm neerslag tegen normaal 166 mm had de lente vrijwel de normale hoeveelheid neerslag. In maart viel met 69 mm neerslag vrijwel de normale hoeveelheid neerslag van 65 mm. De meeste neerslag viel aan het begin van die maand. In het tijdvak van 22 maart tot en met 6 mei 2007 is er in vrijwel het gehele land geen of nauwelijks neerslag gevallen. Gemiddeld over het land was april hierdoor record droog met 0.4 mm tegen 44 mm normaal. De lengte van het droge tijdvak, 45 dagen, was uniek voor tenminste de laatste honderd jaar. Het gebrek aan neerslag in combinatie met het vaak zonnige en (zeer) warme weer leidde in april tot een voor de tijd van het jaar uitzonderlijk groot “neerslagtekort”. Vanaf 7 mei was het uitermate wisselvallig en regionaal zeer nat. Landelijk gemiddeld viel in mei uiteindelijk 104 mm tegen normaal 57 mm. Van de KNMI-stations was Cabauw deze lente het natst met 227 mm. In De Kooy viel de minste neerslag; 125 mm.
Met gemiddeld over het land 662 uren zonneschijn tegen 485 normaal kan de lente als zeer zonnig worden gekarakteriseerd. In De Bilt werden 640 uren zonneschijn geregistreerd tegen 476 normaal, waarmee deze lente op de tweede plaats in de rij van zonnigste lentes sinds 1901 eindigde. Het record uit 1990 staat op 651 uur. Maart was met landelijk gemiddeld 183 zonuren tegen 115 normaal, zeer zonnig. De zon scheen uitzonderlijk veel in het noordelijk kustgebied, op sommige stations was het de zonnigste maartmaand in 100 jaar. Met landelijk gemiddeld 280 zonuren tegen een langjarig gemiddelde van 162 was april record zonnig. Op veel KNMI-stations was het de zonnigste april in de complete meetreeks die vaak in het begin van de 20e eeuw aanving. Het aantal zonuren in mei week met 198 niet veel af van het langjarig gemiddelde dat 209 uren bedraagt. Van de KNMI-stations was Stavoren deze lente het zonnigst met 711 zonuren en Deelen het minst zonnig met 580 uren.
Lente 2006 bedroeg in De Bilt de gemiddelde temperatuur 9,1 °C, het aantal uren zonneschijn 505 en de neerslagsom 234 mm.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1971-2000