Met een gemiddelde temperatuur over maart van 6,4 °C tegen een langjarig gemiddelde van 5,8 °C, is de maand zacht te noemen. Een goed begin van de lente na een aantal opvallend koude wintermaanden met veel sneeuw. Ook de eerste weken van maart verliepen koud, maar dat werd in de tweede helft dus ruimschoots goedgemaakt.
Temperatuur Hoewel het begin van maart zeker niet warm verliep, is de maand als geheel vrij zacht te noemen, met gemiddelde temperaturen die in De Bilt 0.6 graden hoger lagen dan normaal; in De Bilt werd een gemiddelde temperatuur gemeten van 6,4 °C tegen een langjarig gemiddelde van 5,8 °C. De eerste tien dagen van de maand werd nog gekenmerkt door lage temperaturen, ruim beneden de normale waarden voor de tijd van het jaar, en sneeuw. Dit koude weer was een voortzetting van een hardnekkige en sneeuwrijke winter. Tijdens de nachten vroor het in dit tijdvak op de meeste plaatsen licht tot matig. De zon was wel vaak van de partij. De landelijk laagste temperatuur, -8,7 °C, werd gemeten in het Groningse Nieuw Beerta op 7 maart. In totaal telde maart in De Bilt tien vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C), tegen negen normaal.
Na het koude begin van de maand volgden een paar dagen met voor de tijd van het jaar normale temperaturen. De tweede helft van de maand waren de meeste dagen zacht tot zeer zacht. Het weer was wel wisselvallig met regelmatig regen, veel zon zagen we alleen op enkele dagen. Op de 24e werd in het zuidoosten de eerste warme dag van het seizoen genoteerd (maximumtemperatuur 20,0 °C of hoger). Op de 25e werd op veel plaatsen in de oostelijke helft van het land de 20,0 °C overschreden. De landelijk hoogste temperatuur, 21,7 °C, werd die dag gemeten op de vliegbasis Twente. Eind maart wordt voor De Bilt het koudegetal bepaald. Dit getal, genoemd naar de Duitse meteoroloog Gustav Hellmann, is een maat voor de kou in het tijdvak november tot en met maart. Het Hellmanngetal wordt verkregen door over dit tijdvak alle etmaalgemiddelde temperaturen beneden het vriespunt te sommeren met weglating van het minteken. Over het tijdvak november 2009 tot en maart 2010 bedroeg het Hellmanngetal 94,7. Sinds 1901 waren er 30 winters met een hoger koudegetal.
Neerslag Met gemiddeld over het land 47 mm tegen 65 mm normaal, was maart vrij droog. De minste neerslag viel in de kustprovincies, de meeste neerslag in een brede strook van Drenthe naar Brabant en Zeeland. Van de KNMI-stations was Wilhelminadorp het natst met 69 mm, Terschelling het droogst met 23 mm. In De Bilt kwam de maandsom neerslag uit op 55 mm tegen 65 mm normaal. Tijdens het koude begin van de maand viel de neerslag soms in de vorm van (natte) sneeuw. In het noordoosten kon zich op enkele dagen nog een dun en tijdelijk sneeuwdek vormen. Op 8 maart viel er in de nanacht en vroege ochtend in het midden en oosten van het land op veel plaatsen 2 tot 3 cm sneeuw. De sneeuw smolt overdag snel weg. De 20e was landelijk bezien een zeer natte dag met 13 mm neerslag. Buien vergezeld van onweer lieten die dag lokaal 20 tot ruim 40 mm neerslag achter.
Zonuren Met landelijk gemiddeld 152 zonuren tegen een langjarig gemiddelde van 115 uren, was maart zonnig. Het grootste aantal zonuren werd gemeten in het zuidwesten, de zon was het minst te zien langs de oostgrens. Van de KNMI-stations was Vlissingen het zonnigst met 171 zonuren en Arcen het somberst met 135 uren. In De Bilt werden 144 zonuren geregistreerd tegen 114 uren normaal.
Bron: KNMI/WeerOnline Auteur: Cynthia Maan
Bekijk alle nieuwsberichten