De zomer van 2019 is de op twee na warmste sinds 1901 met een gemiddelde temperatuur van 18,5 graden tegen 17,0 normaal. De derde plek wordt gedeeld met 2006. Recordhouder blijft de zomer van vorig jaar met 18,9 graden en op plek twee staat 2003 met 18,7 graden. Het was de op vier na zonnigste zomer ooit gemeten met landelijk gemiddeld circa 752 zonuren tegen 608 normaal. Gemiddeld over het land viel 197 mm regen, waar 224 gebruikelijk is. Er waren grote regionale verschillen.
De zomer werd gekenmerkt door drie bijzonder hete perioden, die plaatsvonden aan het einde van alle drie de zomermaanden. In juni kwamen ook eerder in de maand al zomerse tot tropische dagen voor. In juli en augustus was het de eerste drie weken Hollands zomerweer met zo nu en dan een bui, waarbij het vaak wat koeler was dan normaal. Op 4 juli leverde vorst aan de grond, met -1,6 graden in Twenthe, zelfs een record op. Sinds de start van de temperatuurmetingen op klomphoogte in 1971 is niet eerder zo’n lage waarde gemeten in juli.
In totaal telt deze zomer in De Bilt 73 warme dagen (20 graden of meer) tegen 60 normaal en 25 zomerse dagen (25 graden of meer) tegen 21 normaal. Maar liefst elf dagen werd het tropisch warm (30 graden of meer). Alleen de zomers van 1976 en 2006 kenden meer tropische dagen, namelijk 13. In 1995 en 2003 kwam het ook tot elf tropendagen.
25 juli warmste dag ooit met temperaturen van ruim 40 graden
Op 24, 25 en 26 juli werd het warmer dan ooit. Het stokoude nationale warmterecord van 38,6 graden, gemeten op 23 augustus 1944 in Warnsveld werd verpulverd. Op de 24e kwam het record tijdelijk in handen van Eindhoven met 39,3 graden.
25 juli brak de hitte echter door alle grenzen. Op maar liefst acht weerstations werd het warmer dan 40 graden. Gilze-Rijen noteerde met 40,7 graden de hoogste temperatuur en is voorlopig de nieuwe houder van het nationale warmterecord. Ook in De Bilt werd een nieuw absoluut record gemeten van 37,5 graden. Op vrijdag 26 juli werd het nog een keer extreem heet met in Volkel de hoogste waarde van 40,1 graden.
Drie regionale hittegolven, twee officiële en één regionale superhittegolf
Het kwam deze zomer tot maar liefst drie regionale hittegolven. De eerste vond plaats van 22 juni t/m 1 juli in Limburg en het oosten van Noord-Brabant. Vervolgens was van 22 juli tot en met 27 juli sprake van een officiële hittegolf in De Bilt, met daarbij de hierboven genoemde extreme hitte. Op de weerstations Twenthe en Hupsel duurde de hittegolf het langst van 18 juli tot en met 30 juli. In Nieuw-Beerta eindigde hij als laatste en duurde daar van 22 juli tot en met 31 juli.
Er vond in juli zelfs een zogenaamde regionale superhittegolf plaats. Dat is een definitie voor een extreme hittegolf, waarbij het minstens vijf dagen op rij 30 graden of meer moet zijn en daarbij moet het op drie dagen 35 graden of meer worden. Van 23 tot en met 27 juli werd in het oosten en noordoosten op zes meetpunten aan deze voorwaarde voldaan. In Twenthe duurde de superhittegolf zelfs tot en met 28 juli. Er gold van 23 tot en met 27 juli vanwege de extreme hitte een waarschuwing voor extreem weer: code oranje.
Vanaf begin augustus brak een lange periode met Hollands zomerweer aan, waarbij de temperaturen eerst rond normaal lagen en in het midden van de maand iets eronder. Eind augustus werd het echter opnieuw bijzonder heet. Afgelopen dagen beleefden we een recordlate officiële hittegolf. De zeldzame derde regionale hittegolf die begon op 22 augustus kan in het oosten en zuidoosten nog doorgaan tot en met 31 augustus.
Circa 150 zonuren meer dan gebruikelijk in zomer 2019
Deze zomer hebben we ook een flinke dosis zonneschijn gekregen. Gemiddeld over het land was de zon 752 uur te zien, waar 608 gebruikelijk is. Dit levert een vijfde plek op in de lijst met zonnigste jaren, net achter 2018 toen de zon 759 uur te zien was.
Alle drie de zomermaanden waren flink zonniger dan normaal. Het zonnigst was het zoals gebruikelijk aan de westkust met bijna 780 zonuren, maar de afwijking ten opzichte van normaal was het grootst in het zuidoosten. In Maastricht scheen de zon 768 uur tegen 579 normaal en dat is bijna evenveel als aan de westkust. Vlissingen en Den Helder komen uit op respectievelijk 773 en 780 zonuren.
Droogte en wateroverlast
Deze zomer zijn zowel droogte als wateroverlast in het nieuws geweest. Er viel gemiddeld over het land minder neerslag dan normaal: 197 mm tegen 224 normaal. De regionale verschillen zijn enorm. In het oosten was het net als vorig jaar extreem droog, terwijl het in het westen flink natter dan normaal was. Zo viel in Noord-Holland op sommige plekken meer dan 300 mm, terwijl in het zuiden, oosten en noordoosten lokaal slechts 120 mm viel.
De eerste negentien dagen van juni trokken geregeld fikse regen- en onweersbuien over het land. Daarbij lieten de buien het oosten vaak ongemoeid. In Lievelde (Achterhoek) viel slechts 26 mm. In het westen en midden was het kletsnat met op grote schaal 80-130 mm regen. Lokaal was het nog veel natter. Heemstede (Noord-Holland) spande met 164 mm de kroon.
Er volgde een droge julimaand met landelijk gemiddeld 39 mm tegen 78 normaal. In het oosten en noordoosten is plaatselijk minder dan 20 mm gevallen. In het Drents-Friese Wold en in Lemmer viel het minst met 12 mm. Veel natter was het in Zuid-Limburg en in een brede strook van Zeeland naar de Veluwe. Lokaal viel daar meer dan 100 mm. De meeste neerslag viel in Steenwijksmoer (nabij Coevorden) met ruim 157 mm.
In augustus kwam een normale neerslagsom van ongeveer 78 mm naar beneden en daarbij werd het oosten niet overgeslagen. De minste regen viel dit keer in het zuiden en de meeste regen in het noordwesten.
Vijf keer code oranje voor zware onweersbuien
Op 4, 6, 7, 19 juni en 20 juli gold regionaal code oranje voor zware onweersbuien. Het kwam daarbij tot wateroverlast, blikseminslagen en schade door hagelbuien. Het Gelderse Rheden kreeg op 4 juni zelfs met een tornado te maken. In de nacht van 5 op 6 juni onweerde het bijzonder hevig. In het westen vielen grote hagelstenen tot wel 4 cm en zeer zware windstoten van meer dan 100 km/uur velden bomen.
Op 27 juli ontstond lokaal wateroverlast door intensieve regenbuien, die in het zuiden en midden van het land een einde maakten aan de extreme hitte. Op 9 augustus trok een windhoos over Amsterdam. Ook 12, 13, 27 en 28 augustus stonden in het teken van regen- en onweersbuien. Ook viel daarbij regelmatig veel of grote hagel.
Tot slot beleefden we in augustus een officiële zomerstorm. Hevige windstoten teisterden de kampeerders, vooral in de kustgebieden. Deze dag stortte ook het dak van AZ-stadion in.
Weten wat het weer komende dag gaat doen? Lees dan ons weerbericht Nederland.
Foto’s: ANP