De eerste lokale matige vorst op een officieel meetpunt van het KNMI is gemeten. In het zuidoosten en oosten van het land daalde de temperatuur onder -5 graden. De laagste temperatuur tot dusver werd gemeten op het vliegveld Twenthe: -6,7 graden. Deze temperatuur werd vandaag, na middernacht gemeten, maar het kwik schoot aan het einde van gisteravond al onder -5 graden. De laatste keer dat het ergens in ons land matig vroor was op 30 maart 2020. In het Gelderse Hupsel daalde de temperatuur toen naar -6,6 graden.
Ook in Hupsel en Deelen (beiden Gelderland), Volkel en Eindhoven (beiden Noord-Brabant) en Arcen en Ell (beiden Limburg) kwam het vannacht tot matige vorst.
In het vorige winterseizoen (2019-2020) daalde de temperatuur op 21 januari voor het eerst ergens in het land tot beneden -5 graden. In Maastricht daalde de temperatuur die dag naar -5,4 graden. In het seizoen 2018-2019 kwam het op 24 november al tot lokale matige vorst. In Leeuwarden daalde de temperatuur naar -5,6 graden.
Het jaar daarvoor dook de temperatuur bij het begin van de meteorologische winter onder de -5 graden. Op 1 december 2017 noteerde Gilze-Rijen op de late avond -5,1 graden. Uiteindelijk werd het -5,6 graden.
Eerste matige vorst is goed op tijd
In het huidige klimaat vriest het gemiddeld op 1 december voor het eerst in het seizoen matig. Dat de temperatuur vandaag lokaal voor het eerst dit seizoen onder -5 graden daalde is dan ook goed op tijd.
De meest vroege datum dat het ergens in het land tot matige vorst kwam is 7 oktober 1912. In Winterswijk werd het die dag -5,7 graden. Er is nog nooit een winterseizoen geweest waarin het nergens in het land matig vroor.
Afgelopen nacht vroor het in de rest van het land 0-5 graden. In delen van Zeeland en op de Wadden bleef het kwik zelfs net boven het vriespunt.
Steeds minder dagen met matige vorst
Volgens de nieuwe normaal (1991-2020) komt het gemiddeld in het oosten en noordoosten jaarlijks op veertien tot zestien dagen tot matige vorst. In de vorige klimaatperiode was dit nog zeventien tot negentien keer het geval. In het midden en zuiden van het land vriest het gemiddeld tien keer en dat was in de vorige normaal nog dertien keer. Ook De Bilt heeft minder dagen met matige vorst en daalde het aantal van dertien naar tien.
In het westen van het land komt matige vorst het minst vaak voor. Vanwege de invloed van relatief warm zeewater vriest het slechts op twee tot vijf dagen. In de vorige klimaatperiode 1981-2010 was dit nog drie tot zeven keer.
Komt het de komende dagen vaker tot matige vorst? Je leest het in het meest uitgebreide weerbericht van Nederland.
Foto: Jannes Wiersema