Wie aan winter denkt, denkt al gauw aan ijzige kou en sneeuw. Hoewel ijzige kou in ons land vroeger vaker voorkwam dan nu, was het ook toen niet gebruikelijk dat het steenkoud werd. In dit artikel vertellen we je waarom het bijna nooit ijskoud is in Nederland.
De enige manier om het in ons land écht koud te laten worden voor meer dan een paar dagen, is wanneer er een oosten- of noordoostenwind staat. Die wind kan ijskoude lucht uit Scandinavië of Rusland naar ons land blazen.
Toch is een noordooster geen garantie voor kou en dat bleek de afgelopen jaren wel. Tegenwoordig is het tot ver in het noorden en oosten van Europa vaak zacht. Zelfs het westen van Rusland ontkomt niet meer aan boterzacht weer en warmterecord op warmterecord wordt er gebroken. Als de wind eenmaal uit het oosten of noordoosten komt, kan het dus lang duren voordat de kou ons land bereikt. Vaak duurt dat meer dan een week en net wanneer het echt koud begint te worden, slaat de wind alweer om naar het ‘warme’ zuidwesten.
Maar waarom klapt de wind dan zo snel weer om naar het zuidwesten? De zuidwester is in Europa, maar ook bijvoorbeeld in de Verenigde Staten de richting waar de wind het meest vandaan komt. Dat heeft alles te maken met het temperatuurverschil tussen de Evenaar en de Noordpool en met de draaiing van de aarde. Een wind uit het oosten of noordoosten is bij ons dus zeldzaam. Wanneer de wind eindelijk een keer uit die richting komt, probeert de aarde er uiteindelijk weer een zuidwestenwind van te maken.
Bijna nooit ijskoud in Nederland door zuidwestenwind: invloed van de zee
Een zuidwestenwind in ons land betekent dat de wind vanaf zee waait. Het water van de Noordzee, maar ook van Het Kanaal en de Atlantische Oceaan ten westen van Frankrijk is nooit koud. Dat komt door de warme golfstroom, die warm water helemaal vanaf de Cariben naar onze streken laat stromen. Daardoor zijn de winters in Nederland over het algemeen mild.
Hogere temperatuur door gebrek aan sneeuw
Een andere factor die ervoor zorgt dat het in Nederland bijna nooit ijskoud wordt, is het gebrek aan sneeuw dat we tegenwoordig hebben. Wanneer het helder is met weinig wind en er ligt een pak verse sneeuw, dan kan het ’s nachts enorm afkoelen. Boven een sneeuwdek kan het in zo’n situatie makkelijk -10 graden of kouder worden.
Een mooi voorbeeld is 4 februari 2012. In Lelystad daalde de temperatuur toen naar maar liefst -22,9 graden! Ook op veel andere plekken in het midden van het land was het die nacht -20 graden of kouder. Slechts in zes jaren was het nog kouder en het zijn de laagste temperaturen die tot dusver in deze eeuw zijn gemeten.
Conclusie
In Nederland is het bijna nooit ijskoud, omdat de wind vaak uit het milde zuidwesten komt. Als er een oosten- of noordoostenwind waait, is échte kou nog niet gelijk bij ons. In de landen om ons heen is het tegenwoordig namelijk ook veel zachter dan normaal. Ook het gebrek aan sneeuw speelt een rol.