De lente was koud. De gemiddelde temperatuur is uitgekomen op 8,1 graden tegen 9,9 normaal. Het was, mede door een kletsnatte meimaand, ook nat met gemiddeld 191 millimeter tegen 154 normaal. De zon scheen vaker dan gebruikelijk. Gemiddeld over het land was de zon 579 uur te zien tegen 550 uur normaal.
Het verschil met de lente van 2020 was groot. Die lente was namelijk zeer droog, recordzonnig met maar liefst meer dan 800 uur zonneschijn en aan de warme kant. De lente van dit jaar leek daar in de verste verte niet op. Maart en april waren samen nog droger dan normaal, maar zeker deze meimaand was kletsnat en komt in de top-10 van natste meimaanden ooit.
Met een gemiddelde temperatuur van 8,1 gaden in De Bilt is de lente aanmerkelijk kouder dan normaal. In een normale lente komt de gemiddelde temperatuur op het hoofdstation volgens de nieuwe normaal over de periode 1991-2020 uit op 9,9 graden. In de vorige normaal (periode 1981-2010) was 9,5 graden nog de norm. Met 8,1 graden komt de lente van 2021 in De Bilt uit op de 34e plaats in de ranglijst van koudste lentes sinds 1901. Het is de op één na koudste lente van deze eeuw. Alleen in 2013 was de lente met 7,3 graden nog bijna een graad kouder.
Dat de temperatuur deze lente zo laag was heeft te maken met de windrichting. De wind kwam namelijk vaak uit het noorden en dat zorgde voor lage temperaturen.
Meer vorstdagen dan warme dagen
Normaal is de verdeling warme dagen en vorstdagen in de lente zestien om twaalf. Dit jaar waren er aanmerkelijk meer vorstdagen dan warme dagen. Het aantal vorstdagen, dagen waarop de temperatuur daalt tot onder het vriespunt, was zestien en het aantal warme dagen (dagen waarop de temperatuur stijgt naar 20 graden of meer) slechts vijf.
In 1957 en 1983 werd in De Bilt slechts één warme dag met een temperatuur van 20 graden en meer genoteerd. Deze lente staat in de ranglijst met lentes met de minste warme dagen sinds 1901 op een gedeelde twaalfde plaats, samen met bijvoorbeeld 2015.
Foto: Pascal van Timmeren
De hoogste temperatuur in De Bilt was 24,9 graden en deze waarde werd op Moederdag, 9 mei, genoteerd. De eerste officiële warme dag van 2021 was op 30 maart. Een dag later werd de eerste lokale (uitzonderlijke vroege) zomerse dag genoteerd.
Zomerse dagen, dagen waarop de temperatuur stijgt naar 25 graden en meer, zijn in De Bilt niet voorgekomen tegen vier normaal. De laatste keer dat er in de lente geen enkele zomerse dag op het hoofdstation werd genoteerd is slechts twee jaar geleden. Ook in 2019 kwam het tot geen enkele zomerse dag en was de hoogste temperatuur in de maanden maart, april en mei ook 24,9 graden. Ook in 2013 en in 2004 werd deze eeuw geen zomerse dag in De Bilt genoteerd.
Lees ook: dit is het Nederlandse klimaat in de lente.
De temperatuur daalde in De Bilt 16 nachten onder nul met als laagste temperatuur -5,4 graden op 6 maart. Landelijk noteerde Deelen maar liefst 29 vorstdagen en Hupsel in de Achterhoek kwam uit op 28 dagen met een temperatuur onder nul. De laagste temperatuur werd ook op 6 maart gemeten in Deelen. Het koelde af naar -6,8 graden.
Mei zorgt voor natte lente
De lente was natter dan normaal en dat komt vrijwel geheel door de kletsnatte meimaand. Alle maanden bij elkaar leverden ongeveer 37 millimeter meer neerslag op dan gebruikelijk. Er viel deze lente in totaal 191 mm tegen 154 normaal.
Het natst was het in het noordoosten van het land. In Groningen viel 224 millimeter en in Ter Apel 214 millimeter. De droogste gebieden waren voor het zuiden weggelegd. In Roermond viel over de maanden maart, april en mei in totaal 139 millimeter. In Oudenbosch in het westen van Brabant zat in totaal 160 mm in de regenmeter. In De Bilt viel 189 millimeter tegen 170 millimeter normaal.
Door het natte weer is momenteel geen sprake van een neerslagtekort. Sterker nog: er is zelfs regionaal sprake van een licht overschot. Het neerslagtekort, dat het verschil is tussen neerslag en verdamping, is gemiddeld over het land 0 mm. Vorig jaar was het tekort met 160 mm niet eerder zo groot aan het eind van de meteorologische lente.
Lente was zonnig
Waar de lente van 2020 uitblonk in zonneschijn, was de lente van 2021 een stuk normaler. De totale hoeveelheid zonneschijn kwam uit op ongeveer 579 uur. Dit betekent een negentiende plek in de ranglijst van somberste lentes. Met 158 uur tegen 141 normaal was maart zonnig. Ook april was een zonnige maand met 221 uur tegen 190 normaal. Met 199,6 uur tegen 219 normaal stelde mei teleur.
Foto: Joost Mooij
De meeste zonuren waren voor het zuidwesten van het land. In Vlissingen kwam het aantal zonuren deze lente in totaal uit op ongeveer 662 uur tegen 575 normaal. In het midden en noordoosten van het land was het een stuk somberder met in Eelde in totaal 522 uur zon. Volgens de nieuwe normaal 1991-2020 schijnt de zon in het noordoosten 546 uur.
Twee officiële stormen
Het kwam deze lente ook tot een tweetal officiële stormen. De eerste storm was op 11 maart met in Vlissingen en later ook in IJmuiden en op de Houtribdijk (dijk Enkhuizen-Lelystad) een uurgemiddelde windkracht 9. De tweede officiële storm was vrijdagavond 21 mei. In IJmuiden kwam het van 20 tot 22 uur tot een gemiddelde windkracht 9. In Hoek van Holland werd een zeer zware windstoot van 102 km/uur gemeten.
Bekijk ook andere overzichten via onze weeroverzichtenpagina.
Foto: Ton Wesselius