De lente van 2023 was kletsnat. Er viel gemiddeld over het land 225 mm tegen 154 normaal. Alleen in 1983, 1979 en 1994 was de lente nog natter. Wat betreft temperatuur en zonneschijn was de lente gemiddeld redelijk normaal. De gemiddelde temperatuur in De Bilt bedraagt 9,7 graden tegen 9,9 normaal en de zon scheen 560 uur tegen 565 gebruikelijk.
Met gemiddeld over het land 225 mm neerslag tegen 154 normaal was de lente kletsnat. Alleen de lentes van 1983, 1979 en 1994 waren nog natter. In 1983 viel in totaal 282 mm, in 1979 kwam 248 mm naar beneden en in 1994 viel 226 mm. Voor het eerst sinds 2000 is er gemiddeld over het land meer dan 200 millimeter gevallen.
Vorig jaar viel gemiddeld over het land, van 1 maart tot en met 31 mei, 106 mm. In 2021 viel 191 mm en in 2020 slechts 85,5 millimeter. In 2011 werd de droogste lente genoteerd. Gemiddeld over het land viel toen 52 mm.
Dit jaar was maart de op vijf na natste maand met 98 mm tegen 56 normaal. Alleen in 1914, 1981, 1988, 2008 en 2019 was de eerste lentemaand nog natter. Ook april kwam binnen in de top-10 van natste aprilmaanden sinds 1901. Met 79 mm tegen 41 normaal werd een zevende plaats genoteerd.
Mei was wel een droge maand. Er viel gemiddeld over het land 48 mm tegen 56 normaal, maar plaatselijk kwam het wel tot hoosbuien. In het Brabantse Ginniken is in mei 141 mm gevallen, waarvan 64 mm op 7 mei. Ook elders in het land kwam het lokaal tot plensbuien. In Heumen stond de teller op 89 mm, waarvan 67 mm op 8 mei.
In maart regelmatig sneeuw
Soms viel de neerslag als sneeuw. Zo sneeuwde het in de periode 7 tot en met 10 maart regelmatig in ons land. Op 8 maart gold in Noord-Brabant en Limburg zelfs code oranje voor de sneeuw en ook in Zeeland kleurde het toen wit. In de rest van het land viel op uitgebreide schaal natte sneeuw. In de avond en nacht van 8 maart en in de nacht naar 9 maart sneeuwde het vooral in een strook over het midden van het land.
Ook in de avond van 9 maart sneeuwde het, maar meer sneeuw viel op 10 maart. Het midden en noorden van het land kleurde op veel plaatsen wit. Hier lees je ons blog terug van 10 maart.
Op 14 maart was in het zuiden van Limburg opnieuw sprake van sneeuwpret. In de nacht viel 5 cm. In de rest van het land bleef het bij een enkele winterse bui.
Op 13 maart een officiële lentestorm
Op de weerstations Vlieland, IJmuiden en Houtribdijk kwam het op 13 maart tot een officiële lentestorm. Tussen 13:00 en 14:00 uur kwam het tot een uurgemiddelde van windkracht 9. De zwaarste windstoot bedroeg 107 km/uur en werd gemeten in Lauwersoog. Het was de enige storm deze lente en pas de eerste storm sinds 20 februari 2022.
Redelijk normale temperatuur
Met een gemiddelde temperatuur van 9,7 graden tegen 9,9 normaal verliep de lente wat temperatuur betreft redelijk normaal. Maart was aan de zachte kant met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 7,0 graden tegen 6,5 normaal. Dit hoge gemiddelde kwam vooral tot stand door zachte nachten, want de eerste warmte lentedagen bleven nog uit. April was koud met 8,7 graden tegen 9,9 normaal en mei verliep heel gebruikelijk. De gemiddelde temperatuur komt in de laatste lentemaand uit op een normale waarden van 13,4 graden.
Dertien warme dagen en elf vorstdagen in De Bilt
De temperatuur steeg, met morgen mee, op dertien dagen tot boven 20 graden. Normaal komt het in de lente in De Bilt tot vijftien warme dagen. Op elf nachten kwam het tot vorst tegen twaalf normaal. De laagste temperatuur in De Bilt werd gemeten op 1 maart. De temperatuur daalde op de eerste dag van de lente naar -5,8 graden. De laagste landelijke temperatuur deze lente was -7,6 graden. Deze waarde werd op 1 maart in Twente genoteerd.
De meeste vorstdagen deze lente werden in zowel Deelen als Eelde genoteerd. Tijdens 20 nachten daalde temperatuur tot onder nul. In Twente kwam het in 19 nachten tot vorst. Normaal daalt het kwik op 16 tot 18 nachten tot onder het vriespunt tijdens de lentemaanden.
Eerste warme en zomerse dag aan de late kant
Op 21 april werd de eerste lokale warme dag van het jaar genoteerd. Zowel in Eelde als in Nieuw-Beerta werd het 20 graden en meer. De eerste officiële warme dag werd op 4 mei genoteerd. In De Bilt werd het toen 22,1 graden. De hoogste temperatuur op het hoofdstation was 24,3 graden. Deze waarde werd op 22 mei genoteerd.
Op die dag werd ook de eerste lokale zomerse dag genoteerd. In Gelderland, het oosten van Overijssel en in het noorden van Limburg werd het 25 graden en meer. In Hupsel steeg het kwik uiteindelijk naar 25,7 graden en daarmee was het de landelijk warmste dag van de lente.
Tot een officiële zomerse dag is het in De Bilt nog niet gekomen, terwijl een gemiddelde lente vier dagen met 25 graden of meer telt. De laatste jaren kwam het vaak tot een zomerse dag in de lente, maar ook in 2021, 2019, 2013 en 2004 werd geen zomerse dag in De Bilt genoteerd. Sinds 1901 bleef de temperatuur in 35 lentes beneden 25 graden.
De lente met de meeste warme dagen was 2018. Op maar liefst 30 dagen steeg het kwik tot boven 20 graden. In zowel 1983 als in 1957 bleef de teller in De Bilt steken op slechts 1 warme dag.
Lees ook: dit is het Nederlandse klimaat in de lente
Vrij normaal aantal zonuren
Maart en april waren allebei sombere maanden. In maart scheen de zon gemiddeld over het land 117 uur tegen 146 normaal en in april was de zon 189 uur te zien tegen 196 normaal. Mei was een zonnige maand met tot en met 31 mei naar verwachting in totaal ongeveer 254 zonuren tegen 223 normaal.
De meeste zonuren waren deze lente in de noordwestelijke helft van het land te vinden. Terschelling noteerde tot 30 mei 597 zonuren en in Wijk aan Zee scheen de zon tot vandaag 589 uur. Met tot dusver 489 zonuren was het in het zuidoosten het somberst. Vorig jaar scheen de zon in totaal 730 uur van 1 maart tot en met 31 mei. Het was de op één na zonnigste lente ooit gemeten. De zonnigste lente werd in 2020 genoteerd. Drie jaar geleden scheen de zon 805 uur.
Inmiddels alweer een neerslagtekort
Ondanks dat de lente de op twee na natste is sinds de metingen begonnen in 1906 stevenen we inmiddels weer af op een neerslagtekort. Op 12 mei stond de teller nog op nul, maar sindsdien is het vaak droog en vrij zonnig. Mede ook door een stevige wind is er daardoor inmiddels zo’n 58 mm meer verdampt dan dat er aan neerslag is gevallen. Daarbij moet worden aangetekend dat de grafiek niet negatief wordt en dat er soms een overschot was.
De komende twee weken loopt dit tekort verder op naar ongeveer 100 mm en daarmee zitten we inmiddels op lijn van 2018. Vijf jaar geleden zaten we aan het begin van een kurkdroge periode. Vanaf augustus bedroeg de droogte toen 300 mm.
Hoe het dit jaar gaat met het neerslagtekort is afwachten, maar de zomerverwachting duidt op veel verdamping door zonnig en warm weer. Maar er worden ook regelmatig onweersbuien verwacht.