De zon scheen in mei 254 uur tegen 223 normaal en daarmee was de maand zonnig. Verder was het een iets te droge maand met 48 mm tegen 56 normaal, maar het kwam wel lokaal tot plensbuien. Wat temperatuur betreft verliep mei redelijk normaal met gemiddeld over alle dagen en nachten 13,5 graden tegen 13,4 normaal.
Met een gemiddelde temperatuur van 13,5 graden verliep de vijfde maand van het jaar via het klimatologische spoorboekje van 1991-2020. Normaal is het in mei 13,4 graden. Vorig jaar verliep mei iets warmer met 14,0 graden, maar in de drie jaren daarvoor was de laatste lentemaand te koud. De warmste meimaand ooit gemeten is 2018 met 16,4 graden, de koudste 1902. Aan het begin van de vorige eeuw werd het in mei in De Bilt niet warmer dan 9,2 graden.
Groot temperatuurverschil tussen noorden en zuiden
Als gekeken wordt naar het verschil in gemiddelde maximumtemperatuur dan is het verschil deze maand 5,3 graden. De gemiddelde maximumtemperatuur op Terschelling was 14,5 graden, in Arcen en Ell was het gemiddeld 19,7 graden. Vorig jaar, in 2022, was het verschil 5,7 graden. Op Vlieland en Terschelling was het gemiddeld 16,2 graden, in Arcen was het gemiddeld 21,9 graden.
In 2016 en 2001 was het verschil tussen de gemiddelde maximumtemperatuur tussen het noorden en zuiden nog groter dan dit jaar. In mei 2001 was het verschil 6,1 graden. In 1917 was het verschil 6,2 graden tussen het noorden en het zuiden.
Lees hier hoe de lente van 2023 verliep.
Dertien warme dagen
Het aantal warme dagen met een maximumtemperatuur van 20 graden en meer is uitgekomen op dertien. Dat zijn er twee meer dan het gemiddelde in de periode 1991-2020. Op de eerste officiële warme dag van 2023 moest lang worden gewacht, maar op 4 mei was het zover. In De Bilt werd het 22,1 graden. De hoogste temperatuur op het hoofdstation was 24,3 graden. Deze waarde werd op 22 mei genoteerd.
Op die dag werd ook de eerste lokale zomerse dag van het jaar genoteerd. In Gelderland, het oosten van Overijssel en in het noorden van Limburg werd het 25 graden en meer. In Hupsel steeg het kwik uiteindelijk naar 25,7 graden en daarmee was het de warmste dag van het jaar tot nu toe.
Tot een officiële zomerse dag is het in De Bilt nog niet gekomen, terwijl een gemiddelde meimaand 4 dagen met 25 graden of meer telt. Sinds 1938 is het 38 keer eerder voorgekomen dat de maand mei geen enkele zomerse dag noteerde in De Bilt. De laatste keer was in 2021 en ook in 2019 en 2013 werd geen zomerse dag in mei genoteerd.
Lees ook: Dit weer is normaal in mei
Eén lokale vorstnacht
In De Bilt was de laagste temperatuur 0,6 graden en kwam het niet tot nachtvorst. Volgens de klimaatnormaal 1991-2020 daalt de temperatuur op het hoofdstation eens in de vijf jaar tot onder nul. Elders in het land kwam het wel tot vorst en op 3 mei daalde het kwik op de meetpunten Twente, Hupsel, Deelen, Heino en Hoogeveen tot beneden het vriespunt. Het koudst was het in Twente met -2,2 graden. Aan de grond was het nog veel kouder en kwam het op meer plaatsen tot vorst. In Hupsel daalde de temperatuur op 10 cm hoogte naar -4,9 graden. In Twente vroor het bij de grassprietjes 4,7 graden.
Vorst in de meimaand komt vaker voor. De laatste jaren kwam het zelfs tot meerdere vorstnachten in de vijfde maand van het jaar. Vorig jaar noteerde Leeuwarden drie vorstnachten en in 2021 noteerde Deelen vier vorstnachten. In 2020 kwam het in Hupsel zelfs tot zeven vorstnachten.
Zonnige maand
Met gemiddeld over het land 255 uur zon tegen 223 normaal was de maand zonnig. Het was pas de tweede zonnige maand van dit jaar. Tot nu toe verliep alleen februari zonniger dan het langjarig gemiddelde, de maanden januari, maart en april waren allen somber.
Op twaalf dagen scheen de zon in De Bilt meer dan 10 uur per dag. Op 26, 27 en 29 mei scheen de zon ruim 14 uur, maar van 8 tot en met 11 mei scheen de zon hooguit 2 uurtjes in De Bilt. Op 9 mei liet de zon zelfs de hele dag verstek gaan.
Met 255 zonuren was het zeker geen bijzonder zonnige maand. Het aantal zonuren bleef ver verwijderd van recordjaar 1989 met 329 uur. Ook in 2020 scheen de zon flink met in totaal 324 uur.
De meeste zonuren waren voor Vlissingen met 281 zonuren. De minste zonuren waren voor Nieuw-Beerta met 225 uur. In De Bilt scheen de zon 268 uur.
Droge maand met regionaal plensbuien
Met gemiddeld over het land 48 mm tegen 56 normaal was mei aan de droge kant. Toch was de maand regionaal nat door lokale plensbuien. In het Brabantse Ginneken is deze maand 141 mm gevallen. Op 5 mei viel 35 mm en op 7 mei kwam daar nog eens 64 mm bij.
Ook elders in het land kwam het soms met bakken tegelijk uit de lucht. Op 2 mei regende het flink in Limburg en op 4 mei viel lokaal meer dan 10 mm in het westen van Zeeland. Op Bevrijdingsdag, 5 mei, regende het in een strook van het westen van Brabant, over Utrecht en Flevoland naar het noordoosten flink. In het Brabantse Giersbergen viel 30, in het Gelderse Nijkerk 29 en in het Groningse Roodeschool 37 mm. Regionaal kwam het ook tot onweer en sommige Bevrijdingsfestivals moesten worden onderbroken door het noodweer.
Ook de dagen daarna regende het regionaal flink. Op 6 mei viel 40 mm in het Groningse Vlagtwedde en op 7 mei hoosde het in Soest, Laren en Oss. Op 8 mei noteerde Heumen 67 mm in korte tijd. Van 9 tot en met 11 mei viel op veel plaatsen neerslag van betekenis. De dagen daarna namen de neerslaghoeveelheden af en viel er nog slechts een enkele bui. Op veel plaatsen is het al ruim twee weken droog, maar op 21 mei kwam het landinwaarts nog tot buien en dat leverde in Rouveen nog 18 mm en in Tollebeek 16 mm op.