Het groeiseizoen, dat elk jaar op 1 april begint, start dit jaar droog. Maart was een recorddroge maand en de komende dagen wordt ook niet of nauwelijks neerslag verwacht. Vooral de bovenste laag van de grond is erg droog en jonge aanwas moet dan ook worden beregend.
Met slechts 5 millimeter neerslag gemiddeld over het land was maart een recorddroge maand. Dit jaar was alleen januari een natte maand, want ook februari was zeer droog. Sinds 1 januari is gemiddeld over het land 125 mm gevallen tegen 198 normaal.
Vorig jaar begonnen we het groeiseizoen een stuk natter met over de eerste drie maanden van het jaar 251 mm. Het maximale neerslagtekort in 2024 was 80 mm in de eerste week van september. Pas vanaf augustus brak er toen een perioden met droog weer aan. Normaal piekt het tekort in een seizoen op circa 120 mm.
Ook in 2023 was het in de eerste drie maanden van het jaar nat met 245 mm, maar vanaf half mei begon een periode met droogte en viel maar liefst 39 dagen achtereen geen druppel. In de zomer liep het neerslagtekort op naar 200 mm.

Omslag naar droge omstandigheden
Na twintig maanden met kletsnatte omstandigheden is nu het moment aangebroken dat we weer te maken hebben met droge omstandigheden. Het jaar 2023 was recordnat met 1151 mm en in 2024 werd een derde plaats genoteerd van natste jaren ooit met 1055 mm.
Vandaag, 1 april, begint het nieuwe groeiseizoen officieel en start de berekening van het neerslagtekort. De droge start van het jaar kan echter in het vervolg van de lente en in de zomer een rol spelen. Vooral op de zandgronden is onvoldoende regen gevallen om het grondwaterpeil op een normaal niveau te houden.
Dit betekent dat bij een nieuwe of een aanhoudende periode van droogte in het komende groeiseizoen sneller dan gebruikelijk problemen kunnen ontstaan. Inmiddels is de bovenste laag van de grond al erg droog en moet jonge aanwas worden beregend.
Grondwaterstand daalt
Door de droge start van het jaar beginnen de grondwaterstanden geleidelijk te zakken. In gebieden die afhankelijk zijn van regen voor hun watervoorziening of die veel afvoermogelijkheden hebben, droogt de grond snel op. De grondwaterstand daalt met 10 tot 20 cm per week. Toch leidt dit nog niet tot problemen, want het grondwatersysteem werkt traag en de regen van de laatste jaren is nog niet weggestroomd.
In dit artikel lees je over droogte en hoe de waterschappen hiermee omgaan.

De waterschappen anticiperen inmiddels op deze droge omstandigheden door het waterpeil wat hoger te zetten. Ook wordt het aanwezige water vastgehouden op plaatsen waar weinig kans is op wateroverlast.
Waterstanden nog op een normaal niveau
Ook de waterstanden van de Rijn en de Maas zijn gezakt tot onder het langjarig gemiddelde, maar deze bevinden zich nog wel in normaal bereik. In Lobith is de waterstand van de Rijn momenteel 775 cm en de komende dagen daalt de waterstand geleidelijk. Bij een stand beneden 720 cm is sprake van een lage waterstand.
Ook de waterstand van de Maas bevindt zich nog op een normaal niveau van 4407 cm, maar bij een stand beneden 4390 cm is ook sprake van laagwater.
Het water in de Rijn bestaat uit regen- en smeltwater. Het smeltwater uit de Alpen is zeer belangrijk voor ons.

De Rijn is niet alleen afhankelijk van regen in het stroomgebied, maar ook van smeltwater vanuit de Alpen. In de afgelopen winter is in veel hoger gelegen gebieden minder sneeuw gevallen dan gebruikelijk. Hierdoor is er in de zomer, wanneer deze sneeuw smelt, minder smeltwater voorhanden als voedingsbron van de Rijn.
Huidige droogte zegt niets over zomer
Een lage afvoer in deze tijd van het jaar zegt echter nog niets over wat er in de rest van het jaar gaat gebeuren. Ook in 2021 was de afvoer in deze tijd van het jaar aan de lage kant, maar volgde er een natte zomer met in juli zelfs de hoogste waterstand die ooit in de Maas werd gemeten.
Of het de komende tijd droog blijft lees je in het uitgebreide weerbericht.