Rijkswaterstaat laat het waterpeil in het IJsselmeer en het Markermeer deze zomer 5 centimeter hoger staan dan in andere jaren. De dienst doet dat om meer zoetwater op voorraad te hebben voor als er straks weer een droge periode aanbreekt. Over het verhogen van het peil is volgens de dienst overlegd met natuurorganisaties, aangezien vogels en vissen last kunnen hebben van een hogere waterstand langs de oevers van de meren.
De watervoorraad in Nederland en de waterstand in de grote rivieren is op dit moment prima in orde, doordat het de afgelopen tijd veel heeft geregend. Maar er is in de Alpen veel minder sneeuw gevallen dan normaal. Dat betekent dat er straks minder smeltwater in het stroomgebied van de Rijn terechtkomt. En daardoor kan de waterstand in de grote rivieren in Nederland snel dalen. Dat betekent ook minder afvoer op het IJsselmeer en het Markermeer.
Waterschappen en drinkwaterbedrijven gebruiken IJsselmeerwater om hun watervoorziening op peil te houden. Zodra landbouwers volop gaan sproeien hebben waterschappen dat water nodig. Bovendien verdwijnt er water door verdamping. Als er niet genoeg IJsselmeerwater is, kan verzilting van de bodem ontstaan.
Door het peil hoger te houden wordt 100 miljoen kubieke meter water extra op voorraad gehouden. Rijkswaterstaat hoopt daarmee de gevolgen van een eventueel watertekort door droogte te kunnen bestrijden.