De soms forse neerslag van het afgelopen weekend heeft lokaal het grondwaterpeil weer aangevuld. Op verschillende plaatsen in Nederland was zelfs sprake van wateroverlast. Ondanks dat blijven de grondwaterstanden in diverse regio’s nog steeds laag tot zeer laag voor de tijd van het jaar. Dit blijkt uit de Droogtemonitor van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW). Om deze droogte te verhelpen is er een jaar aan regen nodig.
Het landelijk grondwatertekort is door de hittegolf van de afgelopen tijd verder toegenomen. Dankzij de recente neerslag blijft het tekort sinds een aantal dagen stabiel. De verwachting is dat dit de komende twee weken zo zal blijven, omdat er de komende dagen meer neerslag wordt verwacht.
Het actuele landelijk gemiddelde neerslagtekort bedraagt circa 244 millimeter. De variatie per regio is echter aanzienlijk. Het grondwatertekort is het grootst in Zeeland, het zuiden van Gelderland, het midden en oosten van Brabant en de noordelijke helft van Limburg. Daar is het neerslagtekort opgelopen naar ruim 300 mm. In het noorden en westen daarentegen is regionaal een tekort van 200 mm. Normaal gesproken is het neerslagtekort in augustus het grootst met gemiddeld 120 millimeter. In de maanden daarna loopt het terug en in november wordt het een overschot.
Normaliter een lager neerslagtekort
Het tekort op dit moment is dus ruim 120 mm groter dan normaal. Moet er dan 120 millimeter extra neerslag vallen bovenop de huidige neerslag om dit te kort weg te werken? Nee, ook dan zal je nog een tekort blijven hebben. In 2018 en 2019 was er namelijk al een tekort van ruim 300 millimeter. Hierdoor staat het grondwater op sommige plekken in het zuiden en oosten recordlaag. Bijvoorbeeld: in Hupsel was er eind 2019 een tekort van bijna 600 mm ten opzichte van het normale verloop. Dat is bijna een heel jaar neerslag!
Hoe kan het neerslagtekort opgelost worden?
Als we het waterbeheer van waterschappen niet meerekenen, zal er ongeveer een jaar aan regen van zo’n 800 millimeter moeten vallen om deze droogte te verhelpen. Als we deze jaarsom verdelen over de herfst en winter, 6 maanden dus, moet er per maand 133 mm vallen bovenop de hoeveelheid regen die normaal valt. Dat zou inhouden dat er per maand ruim 200 millimeter neerslag moet vallen. Oftewel een recordhoeveelheid neerslag!
Maar gelukkig hebben we wel goed waterbeheer. Afgelopen winter werd er ook al goed water vastgehouden, waardoor de problemen minder erg waren. Nemen we het waterbeheer van de waterschappen mee, dan zal er ongeveer elke maand 100-150 mm regen moeten vallen. Kortom, de herfst en winter moeten kletsnat verlopen.
Voor de natuur en landbouw loopt het allemaal gelukkig niet zo’n vaart. Planten wortelen namelijk meestal in de bovenste 1 meter van de bodem en als het flink regent (voor lange tijd, niet bij een plensbui), is die laag al gauw nat waardoor er voldoende water beschikbaar is voor planten. In het westen van Nederland zijn de problemen sowieso kleiner vanwege de aanvoer van rivierwater en peilbeheer in de polders.
Foto: ANP / Robin Utrecht