Onweer is een verschijnsel wat we gebruikelijk vooral in de zomer zien op warme dagen. Ook in de winter kan het onweren, maar dit is al een stuk zeldzamer. Maar wist je ook dat het kan onweren en sneeuwen tegelijk? We noemen dit ‘thundersnow’, en dat is pas echt zeldzaam!
Zeldzaam weersverschijnsel
Een onweersbui met sneeuwval is uiterst zeldzaam. Gemiddeld genomen wordt ‘thundersnow’ wereldwijd 6,4 keer per jaar waargenomen. In Nederland is het dus niet gek dat we het weersverschijnsel soms jarenlang niet zien.
Wat heb je nodig voor thundersnow?
Ten eerste moet de lucht koud genoeg zijn om het te laten sneeuwen. Dat is op zichzelf al geen vanzelfsprekendheid in Nederland. Als de lucht dan eenmaal koud genoeg is heeft deze lucht eigenschappen die onweer juist vaak tegengaan. Om onweer te laten ontstaan hebben we normaal gesproken vocht nodig en een laag met warmere lucht. Die lucht kan dan opstijgen met dat vocht, om op grote hoogte een onweerswolk te worden. Koude lucht is uit zichzelf echter vaak droog. En veel warmte is er natuurlijk ook niet te vinden in een luchtsoort die koud genoeg is voor sneeuw.
Krijg je niet genoeg van sneeuw? Lees hier al onze sneeuwberichten.
Hoe ontstaat thundersnow?
Toch kan het dus soms tot onweer komen met sneeuw. Als het echt heel hard sneeuwt kunnen al die vlokken die in de lucht langs elkaar wrijven genoeg energie opwekken voor een ontlading. We hebben het dan echt over serieus slecht weer met zware sneeuwval. Het kan tot zware sneeuwval komen bijvoorbeeld tijdens een sneeuwstorm of als de lucht op grote hoogte echt extreem veel kouder is dan het aardoppervlak. ‘Thundersnow’ heeft dan ook een voorkeur voor plaatsen aan de kust of bij een groot meer. Door invloed van het warmere water zijn de temperatuurtegenstellingen tussen het aardoppervlak en de lucht bovenin de buienwolk een stuk groter.
Verschil met onweer in de zomer
Onweer met sneeuw heeft andere eigenschappen dan een zomerse onweersbui met plensregens. De sneeuwkristallen reflecteren de bliksemflits, waardoor deze veel feller en vaak wit tot goudkleurig is. Dit in tegenstelling tot veelal blauw en violet licht tijdens bliksem met regen. De sneeuw dempt daarnaast de donder enorm, vaak komt het geluid van de donder niet verder dan slechts 3 tot 5 kilometer. Dus hoor je tijdens ‘thundersnow’ de donder, dan kun je beter maar als de bliksem een veilige plaats opzoeken.