Volgens de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) is de hoeveelheid stof in 2022 toegenomen als gevolg van menselijk handelen. De organisatie roept om meer onderzoek te doen naar hoe klimaatverandering de hoeveelheid stof kan beïnvloeden.
"Menselijk handelen heeft een impact op zand- en stofstormen", zegt WMO-baas Petteri Taalas. "Hogere temperaturen, droogte en hogere verdamping leidt allemaal tot een lagere bodemvochtigheid. Zand- en stofstormen hebben invloed op de gezondheid, transport en agricultuur. Dit beïnvloedt de publieke gezondheid en veiligheid en de economie."
Volgens de WMO lag het stofniveau in de lucht vorig jaar met 13,8 microgram per kubieke meter iets hoger dan in 2021. Toen zat er 13,5 microgram stof per kubieke meter in de lucht. De piek van de stofhoeveelheid lag vorig jaar in het Afrikaanse land Tsjaad, waar zo'n 900 tot 1200 microgram stof per kubieke meter werd gemeten. Op het zuidelijk halfrond werd de hoogste concentratie in Centraal-Australië en aan de westkust van Zuid-Afrika gemeten met waarden van 200 tot 300 microgram.
Volgens het rapport van de WMO kan een grote hoeveelheid stof in de lucht zorgen voor "donkere luchten en slechte luchtkwaliteit" en daarnaast "economieën, ecosystemen, het weer en het klimaat schaden". "Veel hiervan is een natuurlijk proces, maar een groot deel is het gevolg van slecht water- en landmanagement."