In het zuiden van Limburg in de steden Landgraaf en Kerkrade zijn de eerste sneeuwvlokken van het seizoen waargenomen. De sneeuw bleef slechts op een enkele plek een korte tijd liggen. Wakker worden met een besneeuwd landschap zit er zaterdagochtend waarschijnlijk niet in.
De eerste winterse neerslag komt iets later dan in het vorige winterseizoen. In 2022 kwam het in de avond van 18 november op verschillende plaatsen in Groningen en Drenthe tot de eerste sneeuwvlokken. In 2021 werd op 26 november in het midden en oosten op diverse plaatsen natte sneeuw gemeld. In de daaropvolgende nacht bleef de sneeuw regionaal liggen.
In 2020 pas de eerste sneeuwvlokken op 29 december
Tijdens het winterseizoen 2020-2021 kwam het pas op 29 december tot de eerste duidelijk sneeuwvlokken van het seizoen. In 2019 werden net als in 2022 op 18 november de eerste sneeuwvlokken waargenomen en in 2018 werd de eerste sneeuw op 20 november gezien.
In 2017 konden we de eerste (natte) sneeuw op 25 november begroeten, In 2016 sneeuwde het op 8 november en in 2015 dwarrelden de eerste sneeuwvlokken van het winterseizoen al op 14 oktober naar beneden.
Tegenwoordig ongeveer 19 sneeuwdagen per jaar
Gemiddeld komt het in ons huidige klimaat jaarlijks tot 19 sneeuwdagen. In het oosten en noordoosten ligt dit met 24 dagen wat hoger. In Zeeland komt het gemiddeld tot 13 sneeuwdagen. De laatste jaren kwamen we bij lange na niet aan het gebruikelijke aantal sneeuwdagen. Door de opwarming van het klimaat zal een lager aantal sneeuwdagen per jaar heel normaal worden.
Gemiddeld kwam het in de periode 1951-1980 in De Bilt tot 33 sneeuwdagen. Dit aantal is in de periode 1991-2020 al afgenomen naar 18 sneeuwdagen. Een sneeuwdag is gedefinieerd als een dag waarop sneeuwvlokken zijn waargenomen, ongeacht de hoeveelheid vlokken en ook ongeacht of de sneeuw blijft liggen.