Het weer aan de Nederlandse kust ziet er soms heel anders uit dan in de rest van het land. Vooral in het voorjaar en de vroege zomer schijnt de zon vaak en is het meest droog. Daar staat tegenover dat juist in de late zomer en in het najaar veel regen valt met flinke neerslagsommen tot gevolg.
In negen van de tien gevallen is de aanwezigheid van de Noordzee de veroorzaker van wel of geen buien. In het voorjaar en de vroege zomer warmt het binnenland door de steeds krachtiger wordende zon goed op. Door het opwarmen van de lucht worden landinwaarts stapelwolken gevormd en deze kunnen uitgroeien tot enkele buien.
Het zeewater van de Noordzee is in het voorjaar nog relatief koud. Wolken kunnen zich dan moeilijk vormen en zonder wolken is er ook geen neerslag. Dit resulteert in meest zonnig en droog weer in dit jaargetijde. De landelijk gemiddelde neerslag is in het voorjaar 173 millimeter. Aan de westkust valt gemiddeld in de maanden april, mei en juni 156 mm. De droogste maand is april met 40-45 millimeter.
In de lente en zomer kans op wind van zee
Normaal gesproken is het aan de Nederlandse kust in de lente, maar zeker ook in de zomer heerlijk koel als de rest van het land zindert onder een hittegolf. Toch is aan zee ook een hittegolf mogelijk als de wind aflandig is en warme lucht vanaf het land naar de stranden blaast.
Op dagen met weinig wind is in de lente en zomer kans op wind van zee. De belangrijkste factor achter de zeewind is het temperatuurverschil tussen zee en land. In de lente en zomer is dit verschil groot. Het zeewater is nog koud en het land kan door de sterke zonkracht al flink opwarmen. Zeewind kan alleen voorkomen bij minder dan windkracht 2, maar het kan je verwachte stranddag goed verpesten.
Natte herfst
In de late zomer en in de herfst werkt de Noordzee in het nadeel voor mooiweerliefhebbers. Het zeewater is nog relatief warm, maar in de herfst koelt de bovenlucht geleidelijk af. Vooral bij een wind uit het noordwesten wordt koude lucht aangevoerd.
Het verschil in temperatuur tussen het zeewater en de bovenlucht op 5 km hoogte zorgt voor het ontstaan van flinke buien. Als deze buien dan over het binnenland trekken worden ze zwakker en doven uiteindelijk uit, maar dat is aan zee en dan vooral in het noordwestelijk kustgebied niet het geval. Gemiddeld valt aan de noordwestkust 288 millimeter en aan de zuidwestkust 250 millimeter in de maanden september tot en met november. Het landelijk gemiddelde is 243 mm. De natste maand is oktober met gemiddeld in het noordwesten 103 millimeter en in het zuidwesten 83 mm.
Lees meer hierover: Kustconvergentie, gegarandeerd een nat pak
Kans op sneeuw klein
Tijdens de wintermaanden is een pakket sneeuw aan zee klein, maar natuurlijk niet onmogelijk. Vooral bij een oostelijke wind kan het ook op de stranden wit worden, maar vaak gaat het om smeltende sneeuw die met een noordwestelijke wind wordt aangevoerd. De bovenlucht is koud en het zeewater relatief warm en daardoor kunnen talrijke sneeuwbuien ontstaan. Zodra de wind draait en vanaf het koude land komt, kan de sneeuw blijven liggen. Mocht de wind weer even ‘om’ gaan naar west dan smelt de sneeuw en valt vrij snel weer regen.
Beste tijd om te gaan
De beste tijd om naar de Nederlandse kust te gaan is de lente en de zomer. In de lente schijnt de zon het vaakst en valt de minste regen en als het regent is het ook snel weer droog. In de zomer komen vaak hele fraaie stranddagen voor met aangenamere temperaturen dan in het binnenland. Enig nadeel is in de lente en vroege zomer de zeewind.
Wil je de komende dagen naar de Nederlandse kust? Lees dan de actuele weersverwachting.
Meer Bestemmingen-nieuws