Als fruit nog niet rijp is, is het vaak hard, droog en vooral niet sappig. Meestal is het fruit dan ook smakeloos. In dit artikel kijken we wat de invloed van het weer is op de sappigheid van het fruit.
De vrucht bestaat in eerste instantie volledig uit zetmeel en bevat weinig water. Naarmate het rijpingsproces van de vrucht vordert, zetten enzymen het zetmeel om in suikers. Doordat suikers water uit de lucht aantrekken, wordt het zoete fruit geleidelijk ook sappig.
Hoe langer aan de boom, hoe sappiger het fruit
Eind augustus beginnen veel bekende fruitsoorten te rijpen. De kersen en pruimen zijn dan al geoogst, de eerste appels en peren beginnen nu te komen. De appel is het meeste geteelde fruitgewas. De meeste rassen, die we in de groentewinkel en in de supermarkt vinden, beginnen in september en oktober te rijpen. De perenoogst is in augustus en september.
De sappigheid van het fruit hangt af van wanneer de vruchten worden geoogst. Hoe langer ze de kans krijgen om te rijpen, hoe zoeter ze worden. Afhankelijk van de weersomstandigheden wordt ze soms eerder of later geoogst. Een periode met aangenaam nazomerweer en flink wat zon levert dan ook sappiger fruit op dan wanneer ze eerder worden geoogst door een vroeg invallende herfst.
De rijpingsenzymen worden in het fruit aangemaakt onder invloed van een soort gas. Als het groeiproces van de vrucht voltooid is, wordt dit gas geproduceerd. Fruit dat te vroeg wordt geoogst is dan ook minder sappig.
Leg niet rijp fruit naast rijp fruit
Als je het rijpproces na het plukken wil versnellen leg je het net geplukte fruit vlakbij al rijp fruit. Rijp fruit scheidt ethyleen af. Dit is een soort plantenhormoon in de vorm van een gas. Door in aanraking te komen met dit gas zal het nog niet rijpe fruit ook ethyleen gaan produceren en sneller rijpen.