Hoe kan je een verwachting maken voor het weer over 30, 50 of 100 jaar, terwijl het weer voor volgende week vaak al lastig is? Het antwoord lees je in dit artikel.
Door meer en betere waarnemingen en betere weermodellen is de kwaliteit van de weersverwachtingen de laatste tientallen jaren steeds beter geworden. Vaak komen de verwachtingen van de temperatuur, wind en het weerbeeld heel goed uit. Dit geldt zeker voor de eerste vijf tot zeven dagen en in sommige weersituaties is zelfs de trend voor twee weken heel duidelijk.
Bekijk onze video over hoe weersverwachtingen zijn ontwikkeld de afgelopen 50 jaar.
Toch zijn er ook nog altijd lastige situaties. Een voorbeeld is een zomerse dag waarop verspreid over het land onweersbuien ontstaan. Bij jou in de achtertuin kan het dan droog blijven, terwijl de regen drie kilometer verderop met bakken uit de hemel komt vallen. Probeer dat een dag van tevoren maar eens goed te verwachten!
Klimaat is gemiddelde weer
Dit soort problematiek heb je niet bij het verwachten van het toekomstige klimaat. Een klimaatverwachting is geen verwachting voor een dag, tijdstip of een bepaald dorp, maar een verwachting voor het gemiddelde weer in een regio. Doorgaans gaat het dan om een verschil ten opzichte van het huidige klimaat in bijvoorbeeld temperatuur of neerslaghoeveelheid. Dit kan op jaarbasis zijn, maar ook per maand of seizoen.
De kans op weersextremen is vaak ook onderdeel van een klimaatverwachting. Daarbij wordt niet gekeken naar wanneer het precies zal optreden, maar meer hoe vaak bepaalde extremen kunnen voorkomen.
Wat is belangrijk voor het maken van een klimaatverwachting?
Het maken van klimaatverwachtingen is zeker geen makkie. De klimaatverandering wordt veroorzaakt door versteking van het broeikaseffect en de hoofdrol hierin is weggelegd voor koolstofdioxide (CO2).
Lees ook: de versterking van het broeikaseffect: zo werkt klimaatverandering
Klimaatverwachting is dus voor een groot deel een CO2-uitstootverwachting. Hoe de CO2-uitstoot komende decennia zal veranderen hangt af van overheidsbeslissingen en de mate van bereidwilligheid van de wereldbevolking om de uitstoot drastisch te verminderen.
Daarnaast zijn er ook zogenoemde terugkoppelingseffecten. Een bekende hiervan is bewolking. Op een warmere aarde ontstaat meer bewolking. Wolken hebben een broeikaseffect, omdat ze straling van de aarde weer terugkaatsten. Maar wolken hebben ook een afkoelend effect, omdat ze zonlicht reflecteren voordat deze straling het aardoppervlak bereikt. Het netto-effect hangt af van het type wolk en waar deze wolk zich bevindt.
Ook zal het stromingspatroon van de lucht veranderen als de aarde opwarmt. Een gemiddelde opwarming van de aarde van een graad kan hierdoor op sommige plekken tot veel meer opwarming leiden, maar op andere plaatsen nauwelijks tot opwarming. Ook zal een warme wereld gemiddeld meer neerslag geven, maar dit betekent zeer zeker niet dat het overal ter wereld natter wordt. Sterker nog: in sommige delen wordt het zelfs droger, wat direct betekent dat het op andere plaatsen veel natter wordt.
Ook op kleine schaal kan klimaatverandering flinke verschillen opleveren. Zo heeft het voor stedelijke gebieden zwaardere gevolgen. Lees er alles over in dit artikel.
Vier klimaatscenario’s
Het KNMI hanteert doorgaans vier scenario’s. Met betrekking tot de uitstoot van CO2 wordt uitgegaan van een gematigd (G) of een warm (W) scenario. En de verwachting van de verandering van het luchtstromingspatroon een lage waarde (L) en een hoge waarde (H). In de grafiek hieronder staan de verwachtingen voor de gemiddelde temperatuur in De Bilt voor de seizoenen winter en zomer.
Conclusie
Een klimaatverwachting maken is niet eenvoudig, maar door te werken met scenario’s kan je onzekerheid weergeven. Daarnaast geldt een klimaatverwachting voor een gebied en gaat het over gemiddeld weer over een langere periode.
Gewone weersverwachtingen zijn de afgelopen decennia sterk verbeterd, maar als de verwachting heel lokaal is en voor een precieze tijd dan kan het in sommige weersituaties nog altijd heel lastig zijn.