De laatste jaren hoor je in Nederland veel over verschillende plaagdieren. Zo zijn er de bekende wespenplagen, muggenoverlast en sinds een aantal jaar ook de eikenprocessierups en de letterzetter. Maar er is ook nog een wat onbekend plaagdiertje actief, namelijk het draaigatje. Dit miertje leeft in een gigantische kolonie op een heel klein oppervlak. Heb je eenmaal een kolonie in je tuin, dan kom je er helaas maar moeilijk vanaf.
Het draaigatje is een miersoort uit Zuid-Europa. Het diertje houdt enorm van warmte. Doordat het in Nederland steeds warmer wordt, overleven de draaigatjes nu ook in Nederland. Een jaar of vijf geleden werden ze voor het eerst gezien in Nederland. Waarschijnlijk zijn ze in ons land terecht gekomen door mee te liften in de aarde van mediterrane planten die naar tuincentra in Nederland zijn vervoerd.
Draaigatje herkennen
Het draaigatje is een mier van 2,4 tot 5,1 millimeter groot. Omdat ze zo van grootte kunnen verschillen, zijn ze bijna niet te onderscheiden van andere miersoorten. Hun nesten kun je wel herkennen aan de kratervormige nestopeningen. Bij andere miersoorten ligt het zand rond de nesten veel meer verspreid.
Warmste plekken in Nederland
In Nederland overleeft het draaigatje alleen op de warmste plekken. Je ziet ze veel in stedelijke gebieden, bijvoorbeeld op warme stoepen, op muren en in tuinen met weinig planten die op het zuiden staan. Hun nesten vind je in de grond of in muren in de tuin.
Lees ook de tips om het draaitgatje buiten de deur te houden.
Bij welke weersomstandigheden meer last?
In de warme zomermaanden zullen we in Nederland meer last hebben van het draaigatje. Het diertje kan alleen overleven bij warm weer en dat betekent dat we in de maanden mei tot en met september veel draaigatjes zullen tegenkomen. Gelukkig is het diertje niet gevaarlijk. Net als gewone mieren kunnen ze wel bijten. Een beet van het draaigatje voelt als een speldenprik en is ongevaarlijk.