Weerspreuken, je hebt ze in allerlei soorten en maten. In dit artikel kijken we naar de volgende weerspreuk: Is oktober warm en fijn, het zal een scherpe winter zijn, maar is het nat en koel, ’t is van een zachte winter een voorgevoel! Kan je van zo’n weerspeuk uitgaan of is het beste maar gewoon kijken wat het wordt?
Is oktober warm en fijn, het zal een scherpe winter zijn. Laten we eens kijken of dit uitkomt. De warmste oktobermaand hadden we in 2001 met een gemiddelde temperatuur van 14,1 graden tegen 10,7 normaal. Ook was het zonnig en droog. De daaropvolgende winter was zeker geen scherpe winter met 4,7 graden tegen 3,4 graden normaal.
Op de tweede plaats van warmste oktobermaanden vinden we 2006 met 13,6 graden. De winter van 2007 was allesbehalve scherp en winters. Het was de warmste winter ooit met een gemiddelde temperatuur van 6,6 graden. Zijn er dan helemaal geen koudere winters na een ‘warme en fijne’ oktober? Jazeker wel. Oktober 2005 had een gemiddelde temperatuur van 13,3 graden. De daaropvolgende winter was kouder dan normaal. Van de top 10 warmste oktobermaanden volgde zesmaal een warmere winter en viermaal een koudere. De verhouding is dus 60/40 procent.
Komt het tweede deel van de weerspreuk dan wel uit?
Veel wijzer zijn we nog niet geworden, dus laten we dan kijken naar het tweede deel van de weerspreuk. Is het nat en koel, ’t is van een zachte winter een voorgevoel. Met andere woorden; na een koele en natte oktobermaand zou een zachte winter moeten volgen. Niets is minder waar! Als gekeken wordt naar de tien koudste, maar ook naar de natste oktobermaanden, dan volgden in het verleden slechts drie zachtere winters.
Na de koele en natte oktober van 1974 met een gemiddelde temperatuur van 7,0 tegen 10,7 normaal en 140 millimeter regen tegen 83 normaal volgde een zachte winter met een gemiddelde temperatuur van 5,6 graden. Ook na de koele oktober van 2003 volgde een zachte winter en dat was ook in 1973 het geval. Oktober was twee graden te koud en er volgde een zachte winter.
Veel vaker gebeurt het dat na een natte en koele oktobermaand er een koudere winter volgde. Na de zeer natte en koude oktobermaanden van 1939 en 1941 waren zowel de winters van 1940 als van 1942 zeer koud. Beide winters staan op plaats drie en vier in de ranglijst van koudste winters ooit. Oktober 1946, voorafgaand aan de koudste winter allertijden, was koud, droog en somber.
Van de top 10 koudste en natste oktobermaanden volgde driemaal een zachtere winter en zevenmaal een normale tot koudere. Met een verhouding van 30/70 procent is het dus precies andersom.
Conclusie
De weerspreuk komt niet uit en het frappante is dat het juist andersom is. Na een zachte en warme oktober blijft het vaak warm en fijn. Ook bij koel en nat oktoberweer blijft het daarna vaak aan de koele/koude kant. Ook de laatste jaren laat dat beeld zien. De oktobermaanden van 2017, 2018 en 2019 waren alle drie zacht. De daaropvolgende winters waren normaal (2018) tot zacht. In 2020 en 2021 verliep oktober iets te zacht en volgde ook een zachte en zeer zachte winter. In de winter van 2020-2021 werd wel een klein weekje geschaatst.