De meteorologische herfst loopt al bijna ten einde, maar nog altijd zit er blad aan de bomen. Normaal gesproken zijn veel bomen in deze tijd van het jaar al veel kaler of zelfs helemaal kaal. Een aloude weerspreuk luidt: “Houden de bomen hun bladeren lang, wees voor een strenge winter bang”.
Volgens deze weerspreuk moeten we ons nu dus opmaken voor een strenge winter. Maar wat is de waarde van deze spreuk?
Allereerst is het belangrijk om te weten wat de relatie is tussen bladval en het weer. De herfsttemperatuur heeft een belangrijke invloed op de snelheid van de bladverkleuring en dan zijn er ook nog verschillen per boomsoort. Bij warm en zonnig nazomerweer in september en oktober start de herfst in de natuur een stuk later. Ook bij het ontbreken van koude nachten met temperaturen onder 5 graden vertraagt de bladverkleuring en bladval. Nachtvorst kan de bladverkleuring en bladval juist versnellen.
Lees meer over de relatie tussen weer en bladverkleuring
Veel bladeren voorteken van een barre winter?
Als we de weerspreuk mogen geloven zouden we ons weer eens op kunnen maken voor een ouderwets koude winter. Helaas voor winterliefhebbers komt deze weerspreuk zelden uit. Na de tien warmste herfstseizoenen volgden acht zachte tot zeer zachte winters! Alleen de warme herfst van 2009 werd gevolgd door een gemiddeld te koude winter en na de herfst van 2005 volgde een ietwat te koude winter.
Na de herfst van 2011 verliep de winter voor een groot deel uitzonderlijk zacht, maar in februari 2012 was ineens sprake een heuse officiële koudegolf. Daarbij kwam het zelfs bijna tot een Elfstedentocht. Dit is echter een uitzondering die de regel bevestigt dat winters vaak juist zacht verlopen wanneer het blad in de herfst lang aan de bomen blijft.