IJskoude dagen, wekenlang op de schaats en soms zelfs een Elfstedentocht. Al deze zaken waren typisch voor de Nederlandse winter, maar lijken nu te verdwijnen. Door klimaatverandering wordt de winter namelijk steeds warmer. Maar hoe warm worden onze winters en wat is het daadwerkelijke effect van klimaatverandering op de winter?
Heb jij weleens gehoord van de ijskoude winter van 1963? Op een paar dagen na lag de temperatuur toen vrijwel constant onder nul en was het ijskoud. Sneeuwstormen bedolven huizen, de grote rivieren vroren dicht en vanwege ijsbergen op de Waddenzee waren de eilanden niet meer bereikbaar. 1963 was in die tijd niet het enige jaar met ijzige kou. Zo behoren ook de winters van de jaren 40 tot de meest barre uit de meetgeschiedenis.
Dergelijke winters zijn nu ondenkbaar. Sinds de jaren 60 is de gemiddelde wintertemperatuur maar liefst 2 graden gestegen! Het aantal dagen met vorst is sterk afgenomen en wanneer het vriest is het veel minder koud dan vroeger. Halverwege de vorige eeuw was het overdag gemiddeld een graad of 5 en ’s nachts -1 graad in De Bilt, nu zitten we op 7 graden en +1 graad! En de opwarming zet door; gemiddeld over de laatste tien winters zitten we zelfs al op afgerond 8 graden overdag en 2 graden ‘s nachts. Daarmee zitten we op 3 graden opwarming! Om nog een koude winter te kunnen krijgen zijn dus veel grotere afwijkingen van het normale weer nodig dan voorheen.
Halverwege de vorige eeuw kende Nederland gemiddeld 47 dagen met een minimumtemperatuur beneden het vriespunt, zogenaamde vorstdagen. Nu is dat aantal ongeveer 34.
Het aantal keer dat de temperatuur onder -5 graden daalt wordt ook steeds minder. Inmiddels komt het gemiddeld nog slechts 8 keer in een winter tot matige vorst. Vroeger was dat duidelijk meer dan 12.
Ook het aantal ijsdagen is afgenomen van circa 13 naar 8 nu. Het opwarmende klimaat heeft ook gevolgen voor de hoeveelheid sneeuwdagen. In de jaren 80 sneeuwde het gemiddeld 33 dagen. Nu gebeurt dat gemiddeld op 15 dagen. En let wel dit zijn dagen waarop minstens een vlokje sneeuw wordt gezien. De echte dagen dat het wit kleurt zijn nog veel lager.
Winter wordt nog veel warmer door klimaatverandering
Nu al zijn de gevolgen van het opwarmende klimaat groot. Planten en dieren die niet in Nederland thuishoren overleven de zachte winters met gemak. Het hooikoortsseizoen begint veel eerder en op het platteland is een ware muizenplaag gaande. Omdat het klimaat blijft opwarmen zullen de gevolgen alleen maar groter worden. De winter verdwijnt en maakt plaats voor een maandenlange herfst.
Volgens de klimaatscenario’s van het KNMI blijft het aantal vorstdagen, ijsdagen en dagen met strenge vorst komende decennia afnemen. In het slechtste geval vriest het aan eind van deze eeuw nog maar op 10 dagen in De Bilt. IJsdagen worden zeldzaam met 0 tot 1 dag per jaar en strenge vorst komt mogelijk helemaal niet meer voor.
Ook de kans op een Elfstedentocht neemt alsmaar verder af. Nu is de kans op de ‘Tocht der Tochten’ nog 8%, na 2050 is die kans verwaarloosbaar klein.
Sterke opwarming poolgebied
Dat ijskoude periodes in Nederland bijna niet meer voorkomen heeft te maken met de sterke opwarming van het noordpoolgebied. Regio’s boven de poolcirkel warmen namelijk veel sneller op dan gebieden rond de evenaar of op onze breedtegraad. Zo is de Noordpool inmiddels al 4 graden opgewarmd, terwijl het wereldwijde gemiddelde op 1,5 graad opwarming zit.
Wanneer bij ons een noordoostenwind waait, levert dat dus minder koud weer op dan vroeger. De lucht in Scandinavië en Rusland is immers flink opgewarmd. Een zelfde setting als in de koude winter van 1963 zal nu dus een stuk minder koud uitpakken. Desondanks zouden we dat, met wat we nu gewend zijn, als een erg koude winter ervaren.
Zo ziet de winter van de toekomst eruit
Bereid je voor op zes maanden herfst! De winter van de toekomst is namelijk zacht en wisselvallig. Vorst komt zelden voor en schaatsen zal hooguit op schaatsbanen kunnen. Sneeuw blijft vrijwel nooit meer liggen en als het sneeuwt is meestal sprake van natte sneeuw. Het is vaker lenteachtig met temperaturen die geregeld boven 15 graden uitkomen. Zelfs in december en januari kan het 20 graden worden, iets dat nu nog nooit gebeurd is. Kortom, de winter zoals we die nu kennen is aan het verdwijnen.
Lukt het dit jaar wel met de winter? Volg dan ons weerbericht, onze maandverwachtingen en onze seizoensverwachting.