Februari 2003

10 juni 2020, 11:30

Februari was in weerkundig opzicht een extreme maand. Nog nooit eerder is het in februari zo zonnig geweest sinds het begin van de waarnemingen.

In het midden van het land heeft de zon 158 uur geschenen en dat is 23 uur meer dan het vorige record van 135 dat in februari 1975 werd opgetekend. De zon scheen het langst in het oosten en zuidoosten van het land. In de Gelderse Achterhoek en in Maastricht werd 169 uur zonneschijn gemeten. Het westen van het land had ook veel zon. Hoek van Holland had bijvoorbeeld 145 uur. Toch bleef dit wat achter bij het zon-geweld in het zuidoosten, terwijl het westen gewoonlijk meer zon heeft dan in het oosten.

Het zonnige weer had ook gevolgen voor de temperaturen. Als gevolg van het heldere weer koelde het ’s nachts gemakkelijk af. Dat resulteerde in zo’n 20 dagen met een minimumtemperatuur onder nul. Normaal hebben we in februari 13 van deze vorstdagen. Als we alle getallen op een rijtje zetten, dan moet februari als een “koude” maand gekenmerkt worden. De gemiddelde temperatuur was 1,8 °C, de normale gemiddelde maandtemperatuur is 3,0 °C, dus de maand was gemiddels ruim een graad kouder dan normaal. Gevoelsmatig is het echter helemaal geen koude maand geweest. ’s Nachts was het dan wel koud, maar overdag liep de temperatuur als gevolg van de steeds krachtiger zonneschijn flink op. Op 26 februari bijvoorbeeld was de minimumtemperatuur in Soesterberg -6,7 °C en overdag werd het 13,4 °C. Een temperatuurverschil van ruim 20 graden en dat is in februari een zeldzaam verschijnsel. Een dag later werd de hoogste temperatuur van de maand gemeten in Arcen (Limburg): 17,1 °C.

Veel zon gaat meestal vergezeld van weinig neerslag. Dat was ook deze keer het geval. Toch was februari niet extreem droog omdat er gedurende de eerste 10 dagen van de maand een behoorlijke hoeveelheid neerslag viel. Gemiddeld viel er 21 millimeter neerslag tegen 47 millimeter normaal. Met februari wordt ook de meteorologische winter afgesloten. Schijnbaar past het weer zich aan deze overgang aan, want na de extreem zonnige februari begon 1 maart een periode met een duidelijk wisselvalliger weertype.

Als geheel waren de maanden december, januari en februari ongeveer een graad kouder dan normaal. Deze winter kan dan ook “koud” worden genoemd. Sinds de winter van 1996/1997 was dat niet meer voorgekomen. Alle drie wintermaanden verliepen koud en dat is tamelijk opvallend, want meestal zit er wel een zachte maand tussen.

De hele winter werd gekenmerkt door regelmatig voorkomende vorstperiodes. De eerste was al rond Sinterklaas. Tussendoor was het ook regelmatig glad als gevolg van ijzel. De vorstperiodes zetten net niet genoeg door om lange schaatstochten te organiseren. Het aantal vorstdagen liep sterk uiteen: in het noordoosten 57 (!), in het zuidwesten 34. Gewoonlijk is dit verschil heel wat kleiner. Al met al was het een winter met veel positieve kanten: veel zon, redelijk wat schaatsijs, zelfs een aantal dagen sneeuw en niet te veel regen. Zo kan iedereen tevreden zijn.

Redactie

Redactie

Weernieuws-onderwerpen

Kies een onderwerp om meer te weten te komen over het weer…

Nieuwsoverzicht

Weeronline nieuwsbrief

Ontvang wekelijks de leukste nieuwtjes en weetjes over het weer

Gratis inschrijven