Januari 2003

10 juni 2020, 11:30

De klagers over Nederlands winterweer zijn dit jaar van een koude kermis thuisgekomen, want januari bood voor elk wat wils. Weliswaar bleef het grotendeels bij speldenprikken, maar Koning Winter was overduidelijk aanwezig.

Van de 4e tot en met de 11e beleefde ons land een vorstperiode en ook aan het eind van de maand was het koud met winterse neerslag. De schaatsliefhebbers konden voor de tweede keer op pad dit jaar zij het vooral op natuurijsbanen en ondergelopen weilanden. Plaatselijk werd ook op natuurijs geschaatst, maar in de noordelijke helft was het ijs ondanks voldoende vorst meestal te dun voor grote avonturen. Ondanks lage neerslagkansverwachtingen voor sneeuw in de week van de 5e tot de 11e viel er een paar keer sneeuw, meestal van lichte intensiteit. Met name op de 5e en in de nacht van 7 op 8 januari viel sneeuw. In Oost-Groningen lag op veel plaatsen meer dan 5 cm. De temperaturen werden boven de sneeuw nog lager, maar onder de sneeuw groeide het ijs niet of nauwelijks aan.

Ondanks het feit dat een flink deel van de maand zacht verliep eindigde januari in De Bilt met een gemiddelde temperatuur van 2,5 °C tegen 2,8 °C normaal toch aan de koude kant. Dit werd veroorzaakt door vrij scherpe winteraanvallen. In De Bilt kwamen vijf ijsdagen voor (dagen waarop het gedurende het hele etmaal vriest), het langjarige gemiddelde bedraagt vier ijsdagen. Landelijk varieerde het aantal ijsdagen van drie in Vlissingen tot negen plaatselijk in het noordoosten van het land. Tijdens de eerste vorstperiode in januari vroor het soms streng (temperatuur lager dan -10,0 °C); op sommige plaatsen zelfs vijf achtereenvolgende nachten. Ook op de laatste dag van de maand kwam plaatselijk strenge vorst voor. De landelijk laagste temperatuur, -16,8 °C, werd gemeten in Nieuw Beerta op 9 januari. Op 2 januari werd het in Maastricht 13,2 °C, de landelijk hoogste temperatuur (Bron: KNMI).

Met een landelijk gemiddelde van ca. 74 mm tegen normaal 69 mm viel ongeveer de normale hoeveelheid neerslag. Vooral de eerste twee dagen van het nieuwe jaar leverden een fikse bijdrage aan de maandsom en vormden een voortzetting van het zeer natte tijdvak dat eind december was begonnen. Op de 1e viel landelijk ruim 13 mm en op de 2e ca. 16 mm neerslag. Doordat bij de zuiderburen en in Zuid-Duitsland nog meer viel, zwollen tijdens de vorstperiode de rivieren flink aan. Op 28 januari trok een actieve buienlijn over het zuiden en midden van het land. De buien gingen plaatselijk vergezeld van actief onweer, zware windstoten en hagel. Op 30 januari lieten forse sneeuwbuien plaatselijk een sneeuwdek achter. De hoogste maandsom op een KNMI-station werd gemeten te Schiphol met 98 mm. Hoorn (Terschelling) tapte met 55 mm de minste neerslag af. In De Bilt viel deze maand 77 mm tegen 67 normaal.

Januari was zonnig met gemiddeld over het land 72 uren zonneschijn tegen een langjarig gemiddelde van 52 uren. Het zuidwesten van het land was het zonnigst; op het KNMI-station Vlissingen werden 89 zonuren geregistreerd.

Redactie

Redactie

Weernieuws-onderwerpen

Kies een onderwerp om meer te weten te komen over het weer…

Nieuwsoverzicht

Weeronline nieuwsbrief

Ontvang wekelijks de leukste nieuwtjes en weetjes over het weer

Gratis inschrijven