2018 was een bijzonder weerjaar. Van zeer zware storm in januari, ijskoud winterweer eind februari, extreme droogte en langdurige hitte in de zomer, alles kwam dit jaar voorbij. De zon was in 2018 alom vertegenwoordigd. Het scheelde niet veel, of dit jaar was gemiddeld over heel Nederland zelfs het zonnigst sinds het begin van de metingen.
2018 in een notendop: met gemiddeld over het land 2089 zonuren tegen 1639 normaal was dit jaar goed voor een tweede plaats van zonnigste jaren sinds het begin van de metingen. Het is het op één na warmste jaar ooit gemeten met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 11,4 graden. Normaal is dat 10,1 graden. Er viel gemiddeld over het land 675 mm neerslag, waar in een normaal jaar 847 mm wordt afgetapt.
Voor een ranglijst sinds 1906 wordt gebruik gemaakt van 13 representatieve weerstations die al sindsdien meten. Gemiddeld over deze stations viel dit jaar 648 mm neerslag en daarmee komt dit jaar op een zeventiende plaats in de lijst met droogste jaren. Het was daarmee het droogste jaar sinds 1996.
Zon in overvloed
De zon scheen in heel 2018 maar liefst 2089 uur. Alleen in 2003 was de zon nog vaker te zien met 2100 zonuren. Juli leverde een belangrijke bijdrage aan de extreme hoeveelheid zonuren. In die maand scheen de zon 332 uur en daarmee was dit de zonnigste maand allertijden.
Gemiddeld over het land was het dan wel het op één na zonnigste jaar, in De Bilt scheen de zon nog nooit zoveel als in 2018. Het hoofdstation noteerde 2045 zonuren. Het vorige record van 2022 uur zon uit 2003 werd daarmee gebroken. Opvallend was dat de zon in het oosten ongeveer evenveel scheen als in het westen. Normaal is het in het westen veel zonniger dan in het oosten. Hupsel kon van alle KNMI-weerstations in het binnenland de meeste zonuren noteren. Met 2147 uur zon verliep 45% van de daglichtperiode op het Achterhoekse weerstation zonnig. Het zonnigste station van het land werd uiteindelijk toch een kuststation. Vlissingen noteerde 2156 zonuren.
Van kou naar hitte
De gemiddelde temperatuur in De Bilt kwam uit op 11,4 graden. Daarmee moet 2018 alleen 2014 voor zich dulden. Toen was het gemiddeld 11,7 graden. De hoogste temperatuur van het jaar werd gemeten op 26 juli. In Arcen (Limburg) werd het maar liefst 38,2 graden! Het koudst was het op 28 februari. In Woensdrecht vroor het ’s nachts streng met -10,5 graden.
In De Bilt werden 14 dag-warmterecords gebroken: 24 januari, 7, 8, 19 en 22 april, 28 en 29 mei, 26 en 27 juli, 12, 13 en 14 oktober, 6 november en 2 december waren de warmste ooit gemeten. Daar tegenover staan drie datum-kouderecords: 28 februari, 17 maart en 23 september.
Foto: Jannes Wiersema
Nog nooit kwam de temperatuur in De Bilt zo vaak boven 20 graden uit als dit jaar. Het hoofdstation noteerde 132 warme dagen. Daarmee werd het oude record van 116 dagen uit 2003 verpletterd. Ook het aantal zomerse dagen was recordhoog. Op 55 dagen was het in De Bilt 25 graden of warmer. Het vorige record stond op 51 dagen, gemeten in 2006. Het hoofdstation noteerde 9 tropische dagen (30 graden of meer), goed voor een vijfde plek.
In juli en augustus beleefden Hupsel (Achterhoek) en vliegbasis Twenthe een recordlange regionale hittegolf. Deze duurde maar liefst 29 dagen en begon op 12 juli en eindigde op 9 augustus. In De Bilt was sprake van twee officiële hittegolven: 15 tot en met 27 juli en 29 juli tot en met 7 augustus.
Droogte
Het bijzonder warme en zonnige weer ging in 2018 gepaard met grote droogte. Aan het eind van het groeiseizoen bedroeg het neerslagtekort op veel plaatsen meer dan 300 mm. In Winterswijk verdampte zelfs 400 mm meer dan dat aan regen viel. Vanwege de droogte kleurden bomen in augustus al massaal bruin en zagen grasvelden er geel en dor uit. De droogte van dit jaar kon wedijveren met het bijzonder droge jaar 1976.
Na de zomer was de droogte nog niet voorbij, want er viel slechts de helft van de normale hoeveelheid herfstneerslag. Het gevolg was dat het waterpeil eind oktober in de Rijn recordlaag was met 650 cm boven NAP.
Foto: Ab Donker
Limburg ‘gevaarlijkste’ provincie
In totaal werd dit jaar op 123 dagen een weerwaarschuwing afgegeven (code geel, oranje of rood). Dit is beduidend minder dan de afgelopen jaren. Vorig jaar werd op 135 dagen gewaarschuwd voor gevaarlijk weer. In 2016 was dit zelfs 158 dagen. Het beperkt aantal dagen met onweer en mist zorgde dit jaar voor een lager aantal waarschuwingen.
De meeste weerwaarschuwingen waren voor Limburg met 90 dagen. Het ‘veiligst’ was het op de Wadden. Daar werd slechts op 62 dagen gewaarschuwd. De meeste waarschuwingen waren voor gladheid (44 dagen). Onweer (36 dagen) en mist (35 dagen) staan respectievelijk op een tweede en derde plaats. Vorig jaar was mist nog de grootste veroorzaker van waarschuwingen met in totaal 51 dagen.
Foto: ANP
In heel 2018 was één keer sprake van code rood (weeralarm). Op 18 januari woedde een zeer zware storm aan de kust (windkracht 11) en ook in het binnenland stormde het. Code rood werd afgekondigd voor Noord-Holland, Flevoland, Overijssel, Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland. In de rest van het land was sprake van code oranje (waarschuwing voor extreem weer).
Op 13 dagen gold code oranje. Vijf keer was dit vanwege extreme hitte, vier keer voor onweer, drie keer voor windstoten, één dag voor extreme regenval en één dag vanwege gladheid. Op 27 mei was in Brabant en Limburg zowel voor onweer als voor regen code oranje van kracht.
Hoofdfoto: Johnny Willemsen