Voor het derde jaar op rij is het neerslagtekort gemiddeld over heel Nederland boven de grens van 200 millimeter uitgekomen. Dat is een unicum, want in de afgelopen 50 jaar waren er nog nooit drie achtereenvolgende jaren met een tekort van 200 mm of meer. Alleen in 1976 en 2018 was het eind juli nog droger dan nu.
Met het vrij koele en wisselvallige zomerweer van deze julimaand lijkt niets erop dat het nog steeds extreem droog is, maar schijn bedriegt. Op dit moment bedraagt het neerslagtekort 200 mm en alleen in 1976 en 2018 was het tekort in deze tijd van het jaar nog groter.
Van de afgelopen 50 jaar liep het tekort in 11 jaren op naar 200 mm of meer. Dat gebeurde in 1976, 1986, 1989, 1990, 1995, 2003, 2009, 2013, 2018, 2019 en 2020. Opvallend is dat in veruit de meeste jaren pas halverwege augustus of september sprake was van een neerslagtekort van meer dan 200 mm.
Langer en vaker sprake van droogte
De langste periode met een neerslagtekort van 200 mm of meer vond plaats in 2018. Van 13 juli tot en met 4 januari 2019 lag het tekort vrijwel onafgebroken boven 200 mm. Dat zijn 176 dagen! In het droogste jaar ooit gemeten, 1976, was op 166 dagen sprake van een tekort van 200 mm of meer.
Door klimaatverandering krijgen we in de toekomst vaker te maken met extreme droogte. Dat is vooral het geval in het binnenland, blijkt uit klimaatanalyses van het KNMI. De afgelopen jaren zien we al een lichte trend naar meer droogte. De neerslagtekorten in de zomer worden steeds groter, terwijl de overschotten in de winter juist kleiner worden. Dat laatste is waarschijnlijk een direct gevolg van de grotere tekorten in de zomer. Daardoor duurt het in de winter langer om een neerslagoverschot op te bouwen.
Neerslagtekort gemiddeld over Nederland tussen 1970 en 2020. Een positief getal is een neerslagtekort, een negatieve waarde een overschot. Het neerslagtekort hebben we voor elk jaar bepaald van 1 april tot en met 31 maart. Op 1 april van het ‘nieuwe’ jaar wordt de teller weer op nul gezet.
Groot neerslagtekort, maar geen acute problemen
Van acute droogteproblemen is op dit moment geen sprake. Omdat er geregeld buien vallen, is de toplaag van de bodem goed vochtig en hebben de meeste planten voldoende water tot hun beschikking. Hierdoor is het gras nu ook zo mooi groen. Gras wortelt namelijk ondiep.
Dieper in de ondergrond is de droogte nog wel goed zichtbaar. Op de hoge zandgronden in het zuiden en oosten staat de grondwaterstand op verschillende plaatsen nog steeds lager dan normaal. Vooral voor bomen is dat een probleem, omdat deze dieper wortelen. Bovendien betekent een lagere grondwaterstand minder beschikbaarheid van water om bijvoorbeeld landbouwgrond te beregenen.
Extreem droog voorjaar oorzaak van groot neerslagtekort
Dat het neerslagtekort nu zo groot is, komt door het extreem droge voorjaar dat we hebben gehad. Van half-maart tot begin juni viel bijna geen druppel regen. Bovendien was het de zonnigste lente ooit. Hierdoor kon het neerslagtekort flink oplopen. In mei was het tekort voor die tijd van het jaar zelfs het grootste ooit gemeten.
In juni en juli stabiliseerde het neerslagtekort. Alle buien van deze zomermaanden hebben dus niet geleid tot een daling van het tekort. Zeker in de afgelopen weken stijgt het tekort weer langzaam en dat komt doordat er meer droge dagen waren dan eerder in de maand.
Hoofdfoto: ANP / Vincent Jannink