Vandaag presenteerde het KNMI de nieuwe klimaatscenario’s voor Nederland. Hieruit blijkt opnieuw dat we ons in de toekomst vaker moeten beschermen op extreme weersituaties en dat het klimaat inmiddels al flink veranderd is. In dit artikel lees je meer over wat we in de toekomst kunnen verwachten.
Door de uitstoot van broeikasgassen is de aarde flink opgewarmd en dit merken we steeds vaker in de wereld en ook in Nederland. Sinds de industriële revolutie is het in Nederland gemiddeld 2,3 graden warmer geworden. In het klimaatrapport staat vast dat hoe meer CO2 wordt uitgestoten, hoe warmer het wordt en hoe meer de zeespiegel stijgt. In het rapport schetst het KNMI 4 verschillende klimaatscenario’s gebaseerd op een hoge en lage CO2 uitstoot en op onzekerheid gecombineerd met een nat en droog scenario.
Lees ook: De versterking van het broeikaseffect: zo werkt klimaatverandering
In het gunstigste scenario warmen we deze eeuw nog 0,8 graden op tot 2050 en blijft het daar dan bij. Dan zitten we al wel op 3,1 graden opwarming. In dat scenario moet de uitstoot van broeikasgas wel per direct naar nul. In het warmste scenario komt er 1,6 graden bij tot 2050. Waardoor Nederland dan al 4 graden is opgewarmd.
In extreemste geval wordt zomer 8 graden warmer dan vroeger
Richting het einde van de eeuw komt daar nog 2,8 graden bij. Nederland stevent als de uitstoot van CO2 ongebreideld door zou gaan dus af op bijna 7 graden opwarming ten opzicht van voor de industriële revolutie. De zomer en herfst warmen deze eeuw maximaal 8 graden op en de winter en lente 6 graden!
Hogere temperaturen
Opvallend is dat de extremen nog sterker opwarmen dan het gemiddelde. In De Bilt is het huidige aantal zomerse dagen (25 graden of meer) per jaar 28, maar dit aantal zal naar verwachting toenemen tot 40 zomerse dagen per jaar in de scenario's met lage uitstoot. In het geval van een hoge uitstoot wordt verwacht dat dit aantal stijgt naar 45-52 in 2050 en zelfs 84-93 in 2100, wat neerkomt op een aanzienlijke verdriedubbeling tegen het einde van deze eeuw. Nu zijn 93 warme dagen (20 graden of meer) nog normaal in ons klimaat.
In 2019 is voor het eerst 40 graden in Nederland gemeten. Wanneer het hoge CO2 uitstoot scenario uitkomt zal de thermometer in de toekomst eens in de twee jaar ergens in ons land 40 graden aangeven en zelfs in De Bilt wordt dit dan gemiddeld eens in de tien jaar gehaald. Ook in mindere uitstoot scenario’s blijft 40 graden mogelijk, maar dit zal dan minder vaak voorkomen. Dagen met 35 graden en meer komen in de warmste scenario's zelfs in De Bilt maar liefst 8 keer per jaar voor!
De winters zullen doorgaans natter en zachter gaan verlopen en het aantal dagen met een maximumtemperatuur onder nul graden, zogenoemde ijsdagen, neemt af. In de hoge-uitstoot-scenario's daalt dit aantal van gemiddeld zes ijsdagen in De Bilt nu naar drie in 2050 en zelfs tot minder dan één in 2100. In de lage scenario's zullen er nog steeds ongeveer vier ijsdagen per jaar zijn.
Klimaatscenario's laten een gemiddelde afname van neerslag in de zomer zien namate de CO2 concentratie toeneemt. Dit wordt veroorzaakt door een verschuiving in de windrichting, waarbij drogere lucht vaker vanuit het oosten wordt aangevoerd, samen met een toename van de verdamping van water, wat leidt tot de uitdroging van de grond. En boven een droge grond kan hitte ook nog eens extremer uitpakken. Zo versterkt het proces zichzelf in droge zomers en neemt het neerslagtekort enorm toe.
Zeespiegelstijging
Door klimaatverandering zullen de ijskappen op de Noordpool en Zuidpool sneller smelten. Bovendien zet het warm wordende zeewater uit, waardoor de zeespiegel sneller stijgt. Hoeveel de zeespiegel uiteindelijk stijgt hangt dus sterk af van de hoeveelheid CO2 die in de lucht terecht komt. In het uiterste scenario zal de zeespiegel 59 tot 124 centimeter hoger uitkomen en 26 tot 73 centimeter in het laagste scenario.
Daarnaast zal de zeespiegelstijging nog voortduren, zelfs als de uitstoot van broeikasgassen nu onmiddellijk zou stoppen. Dit komt doordat ijskappen langzaam reageren op de veranderende klimaatomstandigheden, waardoor ze blijven smelten, zelfs als er geen verdere toename van de temperatuur is. In het ergste geval kan het dan om meerdere meters stijging gaan. In een doemscenario stijgt de zeespiegel met 17 meter in 2300.
Caribisch Nederland
Een verschil met het vorige klimaatrapport is dat voor het eerst ook klimaatscenario’s voor de Nederlandse Caribische Eilanden zijn gemaakt. Door een warmer wordend klimaat zullen zware orkanen met veel regen op de eilanden Sint-Eustatius en Saba vaker voorkomen. Bovendien gaan zowel de temperatuur en de windsnelheden omhoog.
Korte samenvatting
Over het algemeen kan worden gezegd dat in alle scenario’s de zomers in de toekomst heter en droger zullen verlopen en de winters zachter en natter. Een warmer klimaat heeft ook grote invloed op zeespiegelstijging en de zware buien die in Nederland vaker zullen voorkomen. Alleen de grootte van de verandering verschilt per scenario. De klimaatscenario's helpen mensen begrijpen hoe klimaatverandering Nederland kan beïnvloeden en hoe we maatregelen kunnen nemen om Nederland veilig te houden in de toekomst.