Op dit moment heeft de aarde nog te maken met weerfenomeen El Niño. Hierbij gaat het normale wereldwijde weer flink op de schop. Gebieden rond de evenaar die normaal droog en koud zijn worden nu nat en warm en in ander gebieden neemt de droogte toe. Maar heeft El Niño ook invloed op het weer in Nederland?
De grootste invloed van El Niño is te vinden in de landen rond de evenaar. Een van de gevolgen is dat het langs de kust van Amerika warmer en natter wordt, en dan met name in Midden-Amerika en Peru. In landen als Zimbabwe en het zuiden van Madagaskar heerst tijdens een El Niño vaak grote droogte. Ook in Indonesië, de Filipijnen en Australië wordt het flink droger, doordat de buien vooral over de Grote Oceaan trekken.
Een ander gevolg is dat de orkaanactiviteit boven de Atlantische Oceaan afneemt, maar boven de Stille Oceaan ontstaan juist meer tyfoons. Guam, Japan en Taiwan maken daarmee grotere kans op natuurrampen, terwijl China en de Filipijnen juist minder vaak in de koers van de tyfoons liggen. Dit komt omdat het water voor de kust daar minder warm wordt.
Lees hier meer over wat El Niño is en wat de gevolgen zijn van dit natuurfenomeen.
Wat betekent het voor Nederland?
De veranderingen in het weer rondom de evenaar werken zeker door op het weer verder van de evenaar af. Restanten van orkanen op de Atlantische Oceaan trekken vaak vanuit Noord-Amerika richting Europa en beïnvloeden zo het weer in ons land. Soms levert dit flink onstuimig herfstweer op, als de restanten over ons land trekken. En daarna breekt dan soms een koele en wisselvallige periode aan.
Trekken de orkaanrestanten meer richting IJsland of het noorden van Scandinavië, dan steekt bij ons vaak juist een warme zuidelijke stroming op. En dan genieten we van nazomerweer. Met minder orkanen zullen we in de herfst ook met minder orkaanresten te maken krijgen in onze omgeving. Mogelijk levert dit een strakkere westcirculatie op in ons land met als gevolg wisselvallig herfstweer met normale temperaturen. Daarbij komt het dan minder vaak tot uitgesproken koude of warme periodes.
Het verband tussen El Niño en het weer in Europa is echter zwak. Enkele trends zijn wel op te maken uit de statistiek. Bij een El Niño wordt Oost-Spanje vaak droger en warmer in de winter en lente. In Zuid-Engeland, Noord-Frankrijk, de Benelux en Duitsland wordt het in de lente natter dan gemiddeld.
Natte Nederlandse lentes na El Niño
In het verleden verliep het voorjaar in Nederland vrijwel altijd natter dan normaal na een El Niño winter en onderzoek van het KNMI heeft dit verband aangetoond. Na de sterke El Niño van de winter van 1997-1998 beleefden we een kletsnat voorjaar. Ook na de meest recente en zeer sterke El Niño van winter 2015-2016 volgde een iets te natte lente. Er viel 193 mm tegen 173 mm normaal. Niet alleen de lente, maar de gehele eerste helft van 2016 was toen bijzonder nat. Alleen in 1998 was het nog net wat natter.
Lees ook: Dit is de invloed van tegenhanger La Niña op het weer in Nederland
Toch is de grilligheid van het Nederlandse weer groter dan de invloed van El Niño. Vermoedelijk heeft dit ook met de sterkte van El Niño te maken. Na een hele zwakke El Niño in de winter van 2019-2020 volgde bijvoorbeeld een uitzonderlijk droge en recordzonnige lente, waarin sprake was van een recordgroot neerslagtekort. Het jaar ervoor viel na een vrij zwakke El Niño juist een normale hoeveelheid regen.
Het meest duidelijke voorbeeld waarin het verband sterk opging is de op één na natste lente van 2024, die volgde na een zeer krachtig El Niño die aanhield tot in de lente.
Kortom: de kans op een natte lente is na een El Niño winter groter dan gemiddeld, maar dit betekent nog niet dat de lente per definitie nat verloopt. Daarnaast zegt de neerslaghoeveelheid niets over de neerslagduur. Een natte lente met felle buien en tussendoor veel zon zal door veel mensen als prettiger worden ervaren dan een grijze en koele lente met vaak langdurige regenval.