In tijden van een opwarmend klimaat komen warmterecords veel vaker voor dan kouderecords en is bijvoorbeeld een gemiddelde maandtemperatuur meestal hoger dan ‘normaal’. Toch waren er deze eeuw flinke uitzonderingen hierop. Zo verliep 1 januari t/m 30 juni in het jaar 2013 fors kouder dan je vooraf zou verwachten. Lees alles over het bijzondere weer in deze periode.
In 2013 verliepen alle maanden tot en met juni kouder dan gebruikelijk. Dit is nogal bijzonder, want een serie van zes te koude maanden op rij was sinds 1984 niet meer voorgekomen. Juli en augustus waren top-zomermaanden en ook de herfst van 2013 verliep vrij zacht. Dit was niet genoeg om de kou van de eerste helft te compenseren. Het jaar 2013 was in zijn geheel 0,3 graden kouder dan gebruikelijk. In dit jaar golden nog de klimaatnormalen over de periode 1981-2010; inmiddels wordt 1991-2020 gebruikt.
De koudegolf van januari
De eerste maand van 2013 begon zacht en eindigde zelfs zeer zacht. Op 29, 30 en 31 januari werd het 10 tot 14 graden. Ertussen zat een periode met ijskoud winterweer; grofweg van 11 t/m 26 januari. De Bilt noteerde twaalf ijsdagen (maximumtemperatuur < 0,0 graden). In deze periode was het vaak droog en zonnig, maar op 15, 20 en 21 januari viel op veel plaatsen sneeuw. Op enkele andere dagen kwam het in de kustgebieden tot lokale sneeuwbuien.
Voor een koudegolf zijn vijf ijsdagen op rij nodig en moet het op minimaal drie dagen tot strenge vorst (minimumtemperatuur < 10,0 graden) komen. Dit lukte in De Bilt net niet, omdat het hier slechts twee keer streng vroor. Op deze plekken in Nederland lukte het wel: Lelystad, Heino (Overijssel), Herwijnen (Betuwe), Volkel (Noord-Brabant), Westdorpe (Zeeland), Cabauw (Utrecht) en Valkenburg (Zuid-Holland). Het koudst werd het deze maand in Herwijnen met -18,0 graden op 16 januari.
Wel Elfstedenkoorts, maar geen Elfstedentocht
De lange vorstperiode zorgde op veel plaatsen voor schaatsplezier. Op ijsbanen werd in vrijwel het hele land geschaatst. De sneeuwval van vooral 15 januari speelde het echte natuurijs helaas flink parten. Dit taste de kwaliteit van het ijs aan en op veel plaatsen was het ijs te dun om te kunnen vegen. Dit gold ook deels voor de Elfstedenroute. Daarnaast was het in Friesland vaker bewolkt dan in Midden- en Zuid-Nederland, waardoor veel nachten minder koud verliepen. De tocht der tochten zat er niet in, zeker niet toen in de laatste week een forse dooiaanval op de weerkaarten verscheen.
Lees wat voor weer nodig is voor een Elfstedentocht.
Koude februarimaand met sneeuw
IJskoud was de maand februari niet, wel vroor het vaak. De Bilt noteerde op 16 dagen vorst, maar tot een ijsdag kwam het niet. Op 10 en 11 februari viel sneeuw. Vooral rond Amsterdam en in Flevoland viel een dik pak met plaatselijk 15 centimeter. Op 14 en 15 februari kwam het regionaal tot gladheid door ijzel.
Lees alles over de ijskoude winter van 1963.
Ongekend koude maart
De derde maand van 2013 begon zacht en op 5 maart werd zelfs een datum-warmterecord gebroken! De dagen daarna sloeg het weer drastisch om. Op 11 maart kwam het in De Bilt tot een zeldzaam late ijsdag. Het werd die dag slechts -1,2 graden. In de nachten erna vroor het matig. Na een paar dagen iets minder koud weer vroor het ook de laatste 11 dagen van de maand elke nacht.
Met een gemiddelde maandtemperatuur in De Bilt van 2,5 graden, tegen 6,2 graden normaal, was maart 2013 zelfs koud voor een wintermaand. Het was ook veruit de koudste maart in deze eeuw. In de 20ste eeuw zijn wel koudere maartmaanden voorgekomen.
In Nieuw Beerta (Groningen) was de gemiddelde maandtemperatuur slechts 0,5 graden en was maart 2013 de koudste maartmaand sinds het begin van de metingen (1991).
Het kan nog veel kouder. Lees hier over de extreem koude maart van 1845.
Regionaal sneeuw
Over de Waddeneilanden trokken op 11 en 12 maart zware sneeuwbuien. Dit leverde op Texel een sneeuwdek van 14 centimeter op. Ook in Zeeuws-Vlaanderen, rond Eindhoven en in grote delen van Limburg viel op veel plaatsen 4 tot 10 centimeter sneeuw. Later in de maand zou opnieuw vooral in Zuid-Nederland en langs de noordkust sneeuw vallen, maar veel vaker was het droog en zonnig.
Snijdende oostenwind
Het meest opvallende aan de maand was de ijskoude oosten- tot noordoostenwind die dagenlang waaide. Zo lag de middagtemperatuur vaak tussen 2 en 5 graden, maar met windkracht 5 of 6 lag de gevoelstemperatuur ruim onder het vriespunt. In de nachten en ochtenden vroor het wel en waaide het ook, waardoor het voor het gevoel doorgaans kouder dan -10 graden was.
De wind in combinatie met vorst veroorzaakte onder andere aan de randen van het IJsselmeer fraaie ijssculpturen. Het opspattende water viel op stenen of planten en bevroor. De foto hieronder en de hoofdfoto van dit artikel zijn hiervan mooie voorbeelden.
In de haven van Lelystad werden ijsbollen in het water waargenomen. Deze kunnen ontstaan als het water koud genoeg is en er voldoende golven zijn. De kan door afstompen of 'polijsten' van ijsplaten die in onrustig water steeds tegen elkaar botsen. Uiteindelijk vormen mooie ballen die vervolgens op het strand kunnen aanspoelen. Een andere ontstaanswijze is vergelijkbaar met het ontstaan van grote hagelstenen. Wanneer de watertemperatuur laag genoeg is, kan water gemakkelijk bevriezen aan vaste deeltjes in het water, bijvoorbeeld zandkorreltjes of kleine kiezeltjes. Wanneer er een klein ijsballetje ontstaat, kan een nieuw laagje water eraan vastvriezen. Dankzij golven zullen dan geen vlakke ijsplaten ontstaan, maar groeien er juist meerdere ronde korrels. Als dit lang genoeg doorgaat, dan ontstaan uiteindelijk ook flinke ballen van ijs.
Naast koud was de (noord)oostenwind ook erg droog. Ondanks op grote schaal vorst in de nachten was er vaak helemaal geen sprake van gladheid. De wegen waren namelijk gewoon droog. Aan het einde van de maand kwam het zelfs tot een aantal heide- en bermbranden, mede door de droge wind.
April met grote verschillen in het land
April 2013 verliep ongeveer een graad kouder dan gebruikelijk en dit kwam vooral doordat de eerste week erg koud verliep. Op 7 april kwam het regionaal nog tot matige vorst.
Door de koude eerste drie maanden van het jaar waren de Noordzee en de Waddenzee een stuk kouder dan gebruikelijk. Dit had vaak een enorme invloed op de temperatuur in de kustregio’s. Tijdens vrij zonnige dagen in de tweede helft van de maand, met wind van zee, kwam het verschil in maximumtemperatuur tussen Den Helder en Maastricht soms uit op wel 15 graden!
Ook mei gaf amper warm weer
Afgezien van een drietal vrij zonnige dagen met maxima tussen 20 en 25 graden aan het begin van de maand, viel ook de laatste lentemaand van 2013 zwaar tegen voor zon- en warmteliefhebbers. Vanaf 9 mei lag het kwik ’s middags veelal rond een graad of 12. In de nachten kwam het lokaal tot vorst, maar meestal was het 3 tot 7 graden. Het weerbeeld erbij: somber en nat.
Juni 2013: iets kouder dan normaal met één uitschieter
De eerste maand van de meteorologische zomer startte koud. Op 2 en 3 juni vroor het regionaal aan de grond met in Twente zelfs -3,2 graden op 3 juni. Ook aan het einde van de maand kwam het lokaal tot grondvorst; in Twente en in Brabant.
De maand had verder ook een aantal mooi-weer-dagen en er was een echte thermische uitschieter. Op 18 juni werd het tropisch warm in De Bilt met 30,4 graden, In het oosten en zuidoosten van het land werd het ruim 32 graden.
Verder stond vooral de tweede helft van de maand in het teken van forse regen- en onweersbuien. Op 20 en 21 juni veroorzaakten de buien lokale overlast. In Drenthe viel op 20 juni plaatselijk 90 mm regen en in Zeeland op 21 juni regionaal ruim 60 mm.
Uiteindelijk kwam de maandgemiddelde temperatuur in De Bilt uit op 15,3 graden tegen 15,6 graden normaal en daarmee was de zesde te koude maand op rij een feit. Net als in april veroorzaakte het koude zeewater rond Nederland opvallende verschillen. Zo was het in Den Helder meer dan een graad kouder dan gebruikelijk, maar in het oosten van Nederland verliep juni juist iets warmer dan gemiddeld.