Met het naderen van de maand december komen geleidelijk winterse temperaturen op de weerkaart. De laatste dagen van november zet de temperatuur een daling in, maar blijven de neerslagkansen beperkt. Tijd voor een korte terugblik op het weer van de afgelopen maand, die vele gezichten kende.
Veelzijdige november. Foto: J. Wiersema
Natte start
De maand begon met typisch herfstweer. De wind was de eerste anderhalve week duidelijk aanwezig en het was wisselvallig. Het was zelfs vrij nat. In Noord-Holland viel de eerste week al de helft van de normale maandhoeveelheid regen. Er kwamen ook een paar vrij koude nachten voor, met op twee dagen minimumtemperaturen rond het vriespunt in De Bilt.
Enkele weken rustig weer
Daarna volgde een paar weken wat rustiger en droger weer. Hogedrukgebieden positioneerden zich regelmatig boven het Europese vasteland, waardoor een zuidelijke stroming voor een aanvoer van relatief zachte lucht zorgde. Het was vaak grijs met veel lage bewolking, nevel en mist.
De laatste dagen van de maand zette de temperatuur een geleidelijke daling in. De gemiddelde maandtemperatuur kwam uit op 6,8 graden tegen 6,7 normaal. De gemiddelde temperatuur was dan ook verre van uitzonderlijk deze maand.
Van mist naar storm
De laatste paar dagen werden diverse facetten van herfstweer zichtbaar. In de nacht van de 23e op de 24e was de atmosfeer zo vochtig en rustig dat op grote schaal dichte mist ontstond. Het contrast was groot toen een dag later, op 25 november, een stormdepressie langs de kust trok. Daardoor stond er aan de westkust en op de Wadden windkracht 10, zware storm, en werden zeer zware windstoten waargenomen.
Droog en normaal aantal uren zon
Er is in november gemiddeld over het land zo’n 50 mm neerslag gevallen, tegen 82,2 normaal. Daarmee kunnen we de maand droog noemen. De meeste neerslag viel zoals gebruikelijk in de westelijke kustprovincies. Vorig jaar verliep de maand nog veel droger dan dit jaar. Dat was de droogste novembermaand in meer dan 100 jaar, met landelijk gemiddeld maar 11 mm neerslag.
Qua zon verliep de maand niet uitzonderlijk. Gemiddeld over het land scheen de zon 65 uur. Normaal bedraagt het aantal zonuren 63. Ook waren er weinig geografische verschillen. In Stavoren was het met 54 uur het somberst. Maastricht noteerde met 75 uren de meeste zonneschijn.