We kennen ze allemaal wel, de weerspreuken. In dit artikel kijken we naar de weerspreuken over ochtendrood, avondrood en naar de kring om de zon. Wat kan je daaraan afleiden en kloppen de spreuken ook.
De weerspreuk avondrood, mooi weer aan boord hoor je wellicht vaak. Als sluierbewolking voorkomt in de avond, spreken we vaak van avondrood. De zon gaat in westelijke richting onder en schijnt vlak voor zonsondergang door de sluierwolken heen. Deze wolken bevinden zich nog ver boven de Noordzee of boven Engeland. De wolken hangen vaak samen met een regenzone die nog ver bij ons vandaan ligt. Als je avondrood ziet, dan weet je bijna zeker dat het de volgende dag ook nog mooi weer zal zijn. Mooi weer aan boord dus!
Ochtendrood, water in de sloot
Soms zien we ook rode kleuren als de zon opkomt. Sluierbewolking in de (vroege) ochtend resulteert vaak in een kleurrijke zonsopkomst. De zon komt altijd in een oostelijke richting op en schijnt dan door de hoge wolken. Omdat ons weer vaak uit het westen komt, betekent ochtendrood dat de voorste bewolking van een neerslagzone al reikt tot boven Duitsland. Nadat we de zon kleurrijk hebben zien opkomen, neemt vanuit het westen vaak de bewolking toe en uiteindelijk valt er neerslag. Water in de sloot dus!
Kring om de zon, water in de ton
Een andere manier om erachter te komen dat er neerslag aankomt is de kring om de zon. In sluierbewolking is vaak een gekleurde kring rond de zon te zien. Dit verschijnsel wordt een halo genoemd en ontstaat door breking en weerkaatsing van zonlicht op ijskristalletjes. Na het zien van een kring om de zon (of maan want dat kan natuurlijk ook) wordt de sluierbewolking steeds dikker. De zon of maan verdwijnt geleidelijk achter de bewolking en het duurt niet al te lang meer voordat er neerslag uit de bewolking valt. De weerspreuk kring om de zon, water in de ton klopt dan ook vaak!